8 Systeemuitbreidingen
TS-modules, elk met 8 relais, worden aangesloten. De aansluitprocedure wordt in detail beschreven in hoofdstuk
12.10
De relaisuitgangen
verbinden.
2.b) In de bestaande rekken zijn geen sleuven vrij voor MGO-modules:
WAARSCHUWING!
Schakel de voeding altijd uit bij het aansluiten van een nieuw rek.
Het niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of de dood.
Plaats en installeer het aanvullende rek nadat de voeding is uitgeschakeld.
Het aansluiten van de rekken en de benodigde configuratiewijzigingen (MIB-module) worden beschreven in deel →
12
Installatie
en
13
Opstarten.
Controleer of de juiste baudsnelheid van de CAN-bus en het juiste CAN-knooppuntnummer werden geselecteerd.
Aanvullende relaismodules moeten worden aangesloten zoals beschreven in punt 2.a).
Aanvullende schakeluitgangen
Dezelfde richtlijnen (vooral die voor de MGO-module) zijn van toepassing als op het aansluiten van aanvullende relais
(zie hoofdstuk
12.10 De relaisuitgangen
verbinden). In plaats van de MRO- en MRC TS-modules zijn echter MGT 40
TS-modules vereist, deze worden aangesloten via een lintkabel en een MUT-module op de MGO-module die in het rek
geplaatst is (→
12
Installatie).
8.3
Verbinding van aanvullende analoge uitgangen
Er worden maximaal 256 analoge uitgangen geleverd door de SUPREMATouch, wat overeenkomt met het maximale
aantal sensoren dat kan worden aangesloten. Op één MAO-module zijn 8 analoge uitgangen beschikbaar. Per rek
kunnen maximaal tien MAO-modules worden geplaatst. Dit aantal is echter gebaseerd op het gebruik van minimaal één
extra rek met de overeenkomstige MAI-modules, die het mogelijk maken om de sensoren aan te sluiten. Eén van de
volgende procedures moet worden uitgevoerd, afhankelijk van in hoeverre het systeem al is uitgebreid:
1. Niet alle 8 mogelijke analoge uitgangen op een bestaande MAO-module zijn al toegewezen. Het aantal vrije
analoge uitgangen is gelijk aan het aantal nieuwe analoge uitgangen dat moet worden aangesloten.
Er zijn geen aanvullende modules vereist. De aanvullende analoge uitgangen kunnen worden aangesloten op de
bestaande MAT- of MAT TS-module.
2. Alle bestaande MAO-modules zijn toegewezen, of het aantal vrije analoge uitgangen is kleiner dan het
aantal nieuwe analoge uitgangen dat moet worden aangesloten. Er zijn genoeg vrije sleuven aanwezig in de
bestaande rekken voor aanvullende MAO-modules.
In dit geval zijn aanvullende MAO-modules vereist overeenkomstig het aantal nieuwe analoge uitgangen dat moet
worden aangesloten.
Er zijn ook aanvullende MAT-/MAT TS-/MUT-modules vereist.
3. Alle bestaande MAO-modules zijn vol, of het aantal vrije analoge uitgangen is kleiner dan het aantal nieuwe
analoge uitgangen dat moet worden aangesloten. Er zijn geen vrije sleuven beschikbaar voor aanvullende
MAO-modules in de bestaande rekken.
In dit geval zijn aanvullende MAO-modules vereist overeenkomstig het aantal nieuwe analoge uitgangen dat moet
worden aangesloten.
Er zijn ook aanvullende MAT-/MAT TS-/MUT-modules vereist.
Er zijn één of meer nieuwe rekken en de nodige CAN-busaansluitkabels benodigd.
NL
SUPREMATouch
114