2-mans-kalibratie
Persoon 1
1. Selecteer het menu Maintain/Calibration/Standard
[Onderhoud/Kalibratie/Standaard].
2. Selecteer de te kalibreren ingang in het veld "Measuring
Point" [Meetpunt].
3. Voer in het veld Zero Gas [Nulgas] de gasconcentratie in:
a. Voer de concentratie van het testgas in het nulgas in
dit veld in (doorgaans 0%), niet de concentratie van het
nulgas!
4. Voer in het veld Test Gas [Testgas] de testgasconcentratie
in.
5. Als het gebruikte testgas anders is dan het referentiegas
ingevoerd in het menu Setup/Inputs&Outputs/Measuring
points [Instellingen/Ingangen&Uitgangen/Meetpunten],
verander dan de invoer in veld Test Gas [Testgas] van het
submenu Calibration [kalibratie].
6. Start kalibratie met de knop Start 2-Man.
8. Na het tikken op de knop Start, voert u het vereiste
wachtwoord in of gebruikt u de sleutelschakelaar.
Het submenu End Calibration [Kalibratie beëindigen]
verschijnt.
De waarden van de voorgaande kalibratie worden
weergegeven op de regel OLD [OUD].
De waarden van de huidige kalibratie worden weergegeven
onder NEW [NIEUW] nadat op de knop Store [Opslaan] is
gedrukt. OLD [OUD] is leeg voor de eerste kalibraties.
In het veld Signal [Signaal] wordt de huidige meetwaarde van
het te kalibreren meetpunt weergegeven.
9. Nadat het nulgas lang genoeg is toegevoerd (de
balkweergave is volledig gevuld) bevestigt u de waarde met
Store [Opslaan]. In de één-man-kalibratiemodus wordt deze
stap automatisch uitgevoerd.
Waarde wordt nu getoond in CAL-ZERO.
NL
Persoon 2
7. Voer via de testadapter nulgas toe naar de
sensor die is toegewezen aan het
geselecteerde meetpunt (duur en
stroomsnelheid volgens de bedienings- en
onderhoudsinstructies van de sensor).
10. Nadat persoon 1 heeft bevestigd dat de
nulpuntkalibratie is voltooid, sluit u de
nulgastoevoer af en begint u met de
testgastoevoer.
SUPREMATouch
7 Kalibratie
104