4 Systeemparameters invoeren
De loggegevens worden opgeslagen als CSV-bestand in de map LOGDATA op de microSD-kaart. Er wordt voor elke
dag een apart bestand aangemaakt met een naam in het format "YYYYMMDD.CSV". De kolommen van dit bestand
hebben de volgende betekenis:
Tijdstempel in seconden vanaf 01.01.1970 00:00:00 (of Excel tijdstempel als "Excel
Tijd
optimized" is ingeschakeld)
Point [punt] Nummer meetpunt waarnaar deze lijn verwijst
Hoofd
Hoofd-ID (zie venster hoofdparameters voor detector die met het ID verbonden is)
Gas
Gas-ID (zie venster gasnamen voor het gas dat met het ID verbonden is)
Bereik
Bereik-ID (zie venster meetbereiken voor het bereik dat met het ID verbonden is)
Dim
Dimensie-ID (zie venster dimensies voor de dimensies die met het ID verbonden is)
Value(A)
[waarde
Huidige gasconcentratiewaarde gemeten door partieel systeem A (CAN-bus A)
(A)]
UA(A)
Huidige UA-waarde gemeten door partieel systeem A (CAN-bus A)
Err(A)
Foutstatus van het meetpunt op partieel systeem A (CAN-bus A)
Al(A)
Alarmstatus van het meetpunt op partieel systeem A (CAN-bus A)
Value(B)
[waarde
Huidige gasconcentratiewaarde gemeten door partieel systeem B (CAN-bus B)
(B)]
UA(B)
Huidige UA-waarde gemeten door partieel systeem B (CAN-bus B)
Err(B)
Foutstatus van het meetpunt op partieel systeem B (CAN-bus B)
Al(B)
Alarmstatus van het meetpunt op partieel systeem B (CAN-bus B)
De foutstatus is als opsomming als volgt gecodeerd:
0
Geen fout
1
Meetwaarde te laag
2
Meetwaarde te hoog
3
Geen signaal
4
Geen gegevens ontvangen
De alarmstatus is als bitmasker als volgt gecodeerd
bit 0
1e alarm is uitstaand
bit 1
2e alarm is uitstaand
bit 2
3e alarm is uitstaand
bit 3
4e alarm is uitstaand
Printer
Dit venster wordt gebruikt om een ander formaat papierinvoer in te stellen voor een printer die is aangesloten op de
SUPREMATouch-printerpoort. Een bericht printer-alive kan worden geactiveerd en geformatteerd.
69
SUPREMATouch
NL