2.3. De veiligheidsinterface
Elektrische specificaties
Hieronder wordt een vereenvoudigd intern schema van een circuit weergege-
ven. Het is van belang om te weten dat een kortsluiting of uitvallende verbin-
ding altijd leidt tot een noodstop, zolang er slechts ´ e ´ en fout tegelijk optreedt.
Uitvallen en abnormaal gedrag van relais en voedingen leidt tot een foutmel-
ding in het robotlog. De robot kan dan niet opstarten.
Onder: Specificaties van de noodstopinterface.
Parameter
[TA-TB] Spanning
[TA-TB] Stroom (Elke uitgang)
[TA-TB] Stroombescherming
[EA-EB][EEA-EEB] Ingangsspanning
[EA-EB][EEA-EEB] Gegarandeerd UIT als
[EA-EB][EEA-EEB] Gegarandeerd AAN als
[EA-EB][EEA-EEB] Gegarandeerd UIT als
[EA-EB][EEA-EEB] AAN Stroom (10-30 V)
[EO1-EO2][EO3-EO4] Contactstroom AC/DC
[EO1-EO2][EO3-EO4] Contactspanning DC
[EO1-EO2][EO3-EO4] Contactspanning AC
Let op: het aantal veiligheidsonderdelen dat moet worden gebruikt en de ver-
eiste werking daarvan worden bepaald door de risicobeoordeling. Uitleg hier-
over vindt u in hoofdstuk 4.1.
Let op: het is belangrijk om de veiligheidsstopfunctie regelmatig te controleren
om zeker te weten dat alle veiligheidsstopvoorzieningen correct functioneren.
De twee noodstopingangen EA-EB en EEA-EEB zijn potentiaalvrije ingangen
conform IEC 60664-1 en EN 60664-1, vervuilingsgraad 2, overspanningscategorie
II.
De noodstopuitgangen EO1-EO2-EO3-EO4 zijn relaiscontacten conform IEC
60664-1 en EN 60664-1, vervuilingsgraad 2, overspanningscategorie III.
2.3.2 De Beveiligde interface
[TA]
[TB]
[SA]
[SB]
[A]
[R]
+24V voedingsaansluiting voor veiligheidsapparatuur
[24 V]
0 V voedingsaansluiting voor veiligheidsapparatuur
[GND]
Test Uitgang A
Test Uitgang B
Beveiligde stop Ingang A (Positief)
Beveiligde stop Ingang B (Negatief)
Automatisch doorgaan na beveiligde stop
Beveiligde stop resetten
21
Min.
Type
Max.
10.5
12
12.5
-
-
120
-
400
-
-30
-
30
-30
-
7
10
-
30
0
-
3
7
-
14
0.01
-
6
5
-
50
5
-
250
Eenheid
V
mA
mA
V
V
V
mA
mA
A
V
V
UR10