Download Print deze pagina

HEIDENHAIN TNC 426 Bedieningshandboek pagina 294

Verberg thumbnails Zie ook voor TNC 426:

Advertenties

10.5 Cirkelberekeningen
Met de functies voor cirkelberekening kan door de TNC het
cirkelmiddelpunt en de cirkelradius uit drie of vier cirkelpunten
berekend worden. De berekening van een cirkel uit vier punten is
nauwkeuriger.
Toepassing: deze functies kunnen b.v. worden toegepast, wanneer via
de programmeerbare tastfunctie positie en grootte van een boring of
steekcirkel bepaald moet worden.
Functie
FN23: CIRKELGEGEVENS bepalen uit drie cirkelpunten
b.v. FN23: Q20 = CDATA Q30
De coördinatenparen van drie cirkelpunten moeten in de parameter
Q30 en de daarop volgende vijf parameters – hier dus t/m Q35 –
opgeslagen zijn.
De TNC slaat dan het cirkelmiddelpunt van de hoofdas (X bij spilas Z)
in de parameter Q20, het cirkelmiddelpunt van de bijas (Y bij spilas Z)
in de parameter Q21 en de cirkelradius in de parameter Q22 op.
FN24: CIRKELGEGEVENS bepalen uit vier cirkelpunten
b.v. FN24: Q20 = CDATA Q30
De coördinatenparen van vier cirkelpunten moeten in de parameter
Q30 en de daarop volgende zeven parameters – hier dus t/m Q37 –
opgeslagen zijn.
De TNC slaat dan het cirkelmiddelpunt van de hoofdas (X bij spilas Z)
in de parameter Q20, het cirkelmiddelpunt van de bijas (Y bij spilas Z)
in de parameter Q21 en de cirkelradius in parameter Q22 op.
Let erop, dat FN23 en FN24 behalve het parameternr. voor
resultaat ook de twee volgende parameters automatisch
overschrijven.
278
Softkey
10 Programmeren: Q-parameters

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Tnc 430