Download Print deze pagina

HEIDENHAIN TNC 426 Bedieningshandboek pagina 58

Verberg thumbnails Zie ook voor TNC 426:

Advertenties

4.4 Het uitgebreide bestandsbeheer
Het is aan te raden om met het uitgebreide
bestandsbeheer te werken, wanneer de bestanden in
verschillende directories moeten worden opgeslagen.
Zet daarvoor de MOD-functie PGM MGT (zie hoofdstuk
12.6) op Uitgebreid!
Let ook op hoofdstuk „4.2 Bestandsbeheer:
basisbegrippen"!
Directories
Daar er op de harde schijf zeer veel programma's resp. bestanden
opgeslagen kunnen worden, is het overzichtelijker wanneer de
afzonderlijke bestanden onderverdeeld worden in directories
(mappen). In deze directories kunnen weer volgende directories
aangelegd worden, de zg. subdirectories.
De TNC beheert max. 6 directory-niveaus!
Wanneer meer dan 512 bestanden in een directory worden
opgeslagen, dan zet de TNC de bestanden niet meer in
alfabetische volgorde!
Namen van directories
De naam van een directory mag maximaal 8 tekens lang zijn en
beschikt niet over een extensie. Wanneer meer dan 8 tekens voor de
naam van de directory worden ingegeven, breekt de TNC de naam
automatisch af na 8 tekens.
Pad
Een pad geeft het loopwerk en alle directories resp. subdirectories
weer, waarin een bestand is opgeslagen. De afzonderlijke gegevens
worden door een „\" gescheiden.
Voorbeeld: in het loopwerk TNC:\ werd de directory AUFTR1 gemaakt.
Vervolgens werd in de directory AUFTR1 nog een subdirectory
NCPROG gemaakt en daar werd het bewerkingsprogramma
PROG1.H naartoe gekopieerd. Het bewerkingsprogramma heeft dus
het pad:
TNC:\AUFTR1\NCPROG\PROG1.H
Rechts wordt een voorbeeld gegeven van een directory-overzicht met
verschillende paden.
42
TNC:\
AUFTR1
NCPROG
WZTAB
A35K941
ZYLM
TESTPROG
HUBER
4 Programmeren: basisbegrippen, bestandsbeheer,
programmeerondersteuning, palletsbeheer
KAR25T

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Tnc 430