Bestandsbeheer oproepen
Toets PGM MGT indrukken:
de TNC toont het venster voor bestandsbeheer
(afbeelding rechtsboven toont de basisinstelling.
Wanneer de TNC een andere beeldschermindeling
weergeeft, druk dan op de softkey VENSTER)
Het linker, smalle venster toont boven 3 loopwerken
TNC aangesloten is op een netwerk, dan toont de TNC van daaruit
additionele loopwerken. Loopwerken duiden de apparaten aan,
waarmee gegevens opgeslagen worden of waarmee overdracht van
gegevens geschiedt. Eén loopwerk is de harde schijf van de TNC.
Andere loopwerken zijn de interfaces (RS232, RS422, Ethernet),
waarop b.v. een PC aangesloten kan worden. Het gekozen (actieve)
loopwerk wordt gekleurd weergegeven.
In het onderste gedeelte van het smalle venster toont de TNC alle
directories
van het gekozen loopwerk. Een directory wordt altijd
door een map-symbool (links) en de naam van de directory (rechts)
aangeduid. Subdirectories zijn naar rechts ingesprongen.
De gekozen (actieve) directory wordt gekleurd weergegeven.
Het rechter, brede venster toont alle bestanden
directory opgeslagen zijn. Van elk bestand wordt uitgebreidere
informatie getoond, beschreven in de tabel rechts.
44
. Wanneer de
Weergave
BESTANDSNAAM
BYTE
, die in de gekozen
STATUS
E
S
M
P
DATUM
voor
TIJD
4 Programmeren: basisbegrippen, bestandsbeheer,
Betekenis
Naam met maximaal 16 tekens
en bestandstype
Omvang bestand in byte
Eigenschap van het bestand:
Programma werd in de
Werkstand Programmeren/
bewerken
gekozen
Programma werd in de
Werkstand Programma-
test gekozen
Programma werd in een
programma-afloop-werkstand
gekozen
Bestand is tegen wissen en
wijzigen beveiligd (protected)
Datum, waarop het bestand
het laatst gewijzigd werd
Tijdstip waarop het bestand voor
het laatst gewijzigd werd
programmeerondersteuning, palletsbeheer