Gereedschapstabellen bewerken
De voor de programma-afloop geldende gereedschapstabel heeft de
bestandsnaam TOOL.T. TOOL T moet in de directory TNC:\ opgeslagen
zijn en kan alleen in een machinewerkstand worden bewerkt.
Gereedschapstabellen die gearchiveerd moeten worden of voor
programmatest worden ingezet, krijgen een andere bestandsnaam
met de extensie .T.
Gereedschapstabel TOOL.T openen:
Willekeurige machinewerkstand kiezen
Gereedschapstabel kiezen: softkey GEREED.TABEL
indrukkenn
Softkey BEWERKEN op „AAN" zetten
Willekeurige andere gereedschapstabel openen:
Werkstand Programmeren/bewerken kiezenn
Bestandsbeheer oproepen
Keuze van bestandstypen weergeven: softkey TYPE
KIEZEN indrukken
Bestanden van type .T tonen: softkey WEERGEVEN .T
indrukken
Kies een bestand of geef een nieuwe bestandsnaam in.
Bevestig d.m.v. de ENT-toets of met de softkey KIEZEN.
Wanneer een gereedschapstabel voor het bewerken is geopend, dan
kan de lichtbalk in de tabel met de pijltoetsen of met de softkeys op
elke willekeurige plaats gezet worden (zie afbeelding rechtsboven). Op
een willekeurige positie kunnen de opgeslagen waarden overschreven
worden of kunnen nieuwe waarden ingegeven worden. Extra
bewerkingsfuncties kunnen uit de tabel op de volgende bladzijde
afgelezen worden.
Als de TNC de posities niet allemaal tegelijkertijd kan weergeven, dan
verschijnt er in de balk boven in de tabel, het symbool „>>" resp.
„<<" .
Gereedschapstabel verlaten:
Bestandsbeheer oproepen en een bestand van een ander type
kiezen, b.v. een bewerkingsprogramma.
78
5 Programmeren gereedschappen