Download Print deze pagina

HEIDENHAIN TNC 426 Bedieningshandboek pagina 50

Verberg thumbnails Zie ook voor TNC 426:

Advertenties

Referentiepunt kiezen
Een productietekening geeft een bepaald vormelement van het
werkstuk als absoluut referentiepunt (nulpunt) aan, meestal een hoek
van het werkstuk. Bij het vastleggen van het referentiepunt wordt het
werkstuk eerst evenwijdig aan de machine-assen uitgericht en wordt
het gereedschap voor elke as naar een bekende positie van het
werkstuk gebracht. Voor deze positie wordt de weergave van de TNC
of op nul of op de overeenkomstige positiewaarde vastgelegd.
Daardoor wordt het werkstuk toegekend aan het referentiesysteem
dat voor de TNC-weergave resp. zijn bewerkingsprogramma geldt.
Geeft de productietekening gerelateerde referentiepunten aan, dan
moet eenvoudig gebruik gemaakt worden van de cycli voor
coördinatenomrekening. Zie „8.7 Cycli voor coördinatenomrekening" .
Wanneer de productietekening geen juiste NC-maten heeft, dan wordt
een positie of een hoek van het werkstuk als referentiepunt gekozen,
van waaruit de maten van de overige posities op het werkstuk heel
eenvoudig bepaald kunnen worden.
De referentiepunten kunnen met een 3D-tastsysteem van HEIDEN-
HAIN bijzonder eenvoudig worden vastgelegd. Zie
gebruikershandboek Tastsysteemcycli „Referentiepunt bepalen met
3D-tastsystemen" .
Voorbeeld
De schets van het werkstuk (rechts) toont boringen ( t/m ),
waarvan de maatvoering gerelateerd is aan een absoluut
referentiepunt met de coördinaten X=0 Y=0. De boringen ( t/m ) zijn
gerelateerd aan een gerelateerd referentiepunt met de absolute
coördinaten X=450 Y=750. Met de cyclus NULPUNTVERSCHUIVING
kan het nulpunt tijdelijk naar de positie X=450, Y=750 verschoven
worden, om de boringen ( t/m ) zonder verdere berekeningen te
programmeren.
34
Z
Y
Y
150
0
750
-150
320
325
450
4 Programmeren: basisbegrippen, bestandsbeheer,
programmeerondersteuning, palletsbeheer
X
X
900
950

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Tnc 430