Peripheral Milling: 3D-radiuscorrectie met
gereedschapsoriëntatie
De TNC verplaatst het gereedschap loodrecht op de bewegingsrichting
en loodrecht op de gereedschapsrichting met de som van de
deltawaarden DR (gereedschapstabel en TOOL CALL). De
correctierichting wordt met radiuscorrectie RL/RR vastgelegd (zie
afbeelding rechtsboven, bewegingsrichting Y+). Om de TNC in staat te
stellen de vooraf ingestelde gereedschapsoriëntatie te realiseren,
moet u de functie M128 activeren (zie „7 .5 Additionele functies voor
rotatie-assen"). De TNC positioneert dan de rotatie-assen van de
machine automatisch zodanig dat het gereedschap de vooraf
ingestelde gereedschapsoriëntatie met de actieve correctie bereikt.
De TNC kan niet bij alle machines de rotatie-assen automa-
tisch positioneren. Raadpleeg het machinehandboek.
Botsingsgevaar!
Bij machines met rotatie-assen die slechts een beperkt
verplaatsingsbereik toestaan, kunnen zich bij het automa-
tisch positioneren bewegingen voordoen, waarvoor bijv. de
tafel 180° moet worden gedraaid. Let op het
botsingsgevaar van de kop met het werkstuk of met
spaninrichtingen.
De gereedschapsoriëntatie kan op twee manieren worden bepaald:
in de LN-regel door opgave van de componenten TX, TY en TZ
in een L-regel door opgave van de coördinaten van de rotatie-assen
Regelformaat met gereedschapsoriëntatie
L N
X+31,737 Y+21,95
TX+0,0078922 TY0,876 339 TZ+0,2590319 F1000 M128
LN
Rechte met 3D-correctie
X, Y, Z
Gecorrigeerde coördinaten van eindpunt rechte
TX, TY, TZ
Componenten van de gestandaardiseerde vector voor
de gereedschapsoriëntatie
F
Aanzet
M
Additionele functie
92
Z+33,165
5 Programmeren gereedschappen