NULPUNT-verschuiving (cyclus 7)
Met de NULPUNTVERSCHUIVING kunnen bewerkingen op
willekeurige plaatsen van het werkstuk herhaald worden.
Werking
Na een cyclusdefinitie NULPUNTVERSCHUIVING zijn alle ingegeven
coördinaten aan het nieuwe nulpunt gerelateerd. De verschuiving in
elke as toont de TNC in het extra statusvenster. Er mogen ook rotatie-
assen worden ingegeven.
Verschuiving: coördinaten van het nieuwe nulpunt
ingeven; absolute waarden relateren zich aan het
werkstuknulpunt, dat door het „referentiepunt
vastleggen" is vastgelegd; incrementele waarden
relateren zich altijd aan het laatst geldende nulpunt - dit
kan reeds verschoven zijn.
NC-voorbeeldregels:
73
Y L DEF 7.0 NULPUNT
74
Y L DEF 7.1 X+10
75
Y L DEF 7.2 Y+10
76
Y L DEF 7.3 Z-5
Terugzetten
De nulpuntverschuiving met de coördinatenwaarden X=0, Y=0 en Z=0
heft een nulpuntverschuiving weer op.
Grafische weergave
Wanneer na een nulpuntverschuiving een nieuwe BLK FORM
geprogrammeerd wordt, kan via de machineparameter 7310 besloten
worden, of de BLK FORM aan het nieuwe of aan het oude nulpunt
gerelateerd moet worden. Bij het bewerken van meerdere delen kan
de TNC daardoor elk deel afzonderlijk grafisch weergeven.
Statusweergaven
De grote positieweergave is gerelateerd aan het actieve
(verschoven) nulpunt
Alle in de additionele statusweergave getoonde coördinaten
(posities, nulpunten) zijn gerelateerd aan het handmatig vastgelegde
referentiepunt
240
Z
Z
Y
Y
Z
Y
8 Programmeren: cycli
X
X
X