3.1 Eenvoudige bewerkingen
programmeren en afwerken
Voor eenvoudige bewerkingen of voor het voorpositioneren van het
gereedschap is de werkstand Positioneren met handingave. Hier kan
een kort programma in HEIDENHAIN-klaartekst-dialoog of volgens
DIN/ISO ingegeven en direct uitgevoerd worden. Ook de cycli van de
TNC kunnen opgeroepen worden. Het programma wordt in het
bestand $MDI opgeslagen. Bij het positioneren met handingave kan
ook de additionele statusweergave geactiveerd worden.
Werkstand positioneren met handingave kiezen.
Het bestand $MDI willekeurig programmeren
Programma-afloop starten: externe START-toets
Beperking: vrije contourprogrammering FK, grafische
weergaven van het programmeren en de programma-
afloop zijn niet beschikbaar. Het bestand $MDI mag geen
programma-oproep bevatten (PGM CALL).
Voorbeeld 1
Een enkel werkstuk moet voorzien worden van een 20 mm diepe
boring. Na het opspannen en uitrichten van het werkstuk en het
vastleggen van het referentiepunt kan de boring met slechts enkele
programmaregels geprogrammeerd en uitgevoerd worden.
Eerst wordt het gereedschap met L-regels (rechten) boven het
werkstuk voorgepositioneerd en op een veiligheidsafstand van 5 mm
boven het boorgat gepositioneerd. Vervolgens wordt de boring met
cyclus 1 DIEPBOREN uitgevoerd.
0 BE IN P M $MDI MM
1 TOOL DEF 1 L+0 R+5
2 TOOL CALL 1 Z S2000
3 L Z+200 R0 F MAX
4 L X+50 Y+50 R0 F MAX M3
5 L Z+5 F2000
26
Z
Y
50
Gereed. definiëren: nulgereedschap, radius 5
Gereedschap oproepen: gereedschapsas Z,
Spiltoerental 2000 omw/min
Gereedschap terugtrekken (F MAX = ijlgang)
Gereed. met FMAX bovenboorgat positioneren, spil aan
Gereed. 5 mm boven boorgat positioneren
Gereed. = gereedschap
3 Positioneren met handingave
X
50