Cyclus oproepen
Voorwaarden
Voor een cyclusoproep in ieder geval het volgende
programmeren:
BLK FORM voor de grafische weergave
(alleen noodzakelijk voor grafische testweergave)
Gereedschapsoproep
Rotatierichting spil (additionele functie M3/M4)
Cyclusdefinitie (CYCL DEF)
Let ook op de voorwaarden die bij de navolgende
cyclusbeschrijvingen aangehaald worden.
Onderstaande cycli werken vanaf hun definitie in het bewerkings-
programma. Deze cycli kunnen en mogen niet opgeroepen worden:
de cycli puntenpatroon op cirkel en puntenpatroon op lijnen
de SL -cyclus CONTOUR
de SL -cyclus CONTOURGEGEVENS
cyclus 32 TOLERANTIE
cycli voor coördinatenomrekening
de cyclus STILSTANDSTIJD
Alle overige cycli roept u op volgens onderstaande omschrijving.
Wanneer de cyclus na de laatst geprogrammeerde regel eenmaal
moet worden uitgevoerd, programmeer dan de cyclusoproep met de
additionele functie M99 of met CYCL CALL:
Cyclusoproep programmeren: toets CYCL CALL
indrukken
Additionele M-functie ingeven, b.v. voor koelmiddel
Wanneer de cyclus na elke positioneerregel automatisch uitgevoerd
moet worden, programmeer dan de cyclusoproep met M89
(afhankelijk van machineparameter 7440).
Om de werking van M89 op te heffen, moet het volgende
geprogrammeerd worden:
M99 of
CYCL CALL of
CYCL DEF
HEIDENHAIN TNC 426, TNC 430
Werken met additionele assen U/V/W
De TNC voert verplaatsingen in de as uit, die in de
TOOL CALL -regel als spilas is gedefinieerd.
Verplaatsingen in het bewerkingsvlak voert de TNC in
principe alleen in de hoofdassen X, Y of Z uit.
Uitzonderingen:
wanneer in cyclus 3 SLEUFFREZEN en in cyclus 4
KAMERFREZEN voor de lengte van de zijden direct
additionele assen geprogrammeerd worden
wanneer bij SL-cycli additionele assen in een
contouronderprogramma geprogrammeerd zijn
163