Gedefinieerde afrondingscirkel tussen rechten
tussenvoegen: M112
Om de compabiliteit te waarborgen is de functie M112 verder
beschikbaar. Om de tolerantie bij het snelle contourfrezen vast te
leggen, raadt HEIDENHAIN echter de toepassing aan van de cyclus
TOLERANTIE (zie „8.8 Speciale cycli+).
Kleine contourtrapjes bewerken: M97
Standaardinstelling
De TNC voegt aan de buitenkant een overgangscirkel toe. Bij zeer
kleine contourtrapjes zou het gereedschap daardoor de contour
beschadigen. Zie afbeelding rechtsboven.
De TNC onderbreekt op deze plaatsen de programma-afloop en komt
met de foutmelding „gereedschapsradius te groot" .
Instelling met M97
De TNC bepaalt een baansnijpunt voor de contourelementen - zoals bij
de binnenhoeken - en verplaatst het gereedschap over dit punt. Zie
afbeelding rechtsonder.
M97 wordt in de regel geprogrammeerd, waarin het buitenhoekpunt is
vastgelegd.
Werking
M97 werkt alleen in de programmaregel, waarin M97 geprogrammeerd
werd.
De contourhoek wordt met M97 niet volledig bewerkt. Het
kan zijn dat de contourhoek met een kleiner gereedschap
nabewerkt moet worden.
NC-voorbeeldregels
5
TOOL DEF L ... R+20
. . .
1 3
L X ... Y ... R.. F .. M97
1 4
L IY0,5 .... R .. F..
1 5
L IX+100 ...
1 6
L IY+0,5 ... R .. F.. M97
1 7
L X .. Y ...
HEIDENHAIN TNC 426, TNC 430
Y
Y
S
13
14
Grote gereedschapsradius
Contourpunt 13 benaderen
Klein contourtrapje 13 en 14 bewerken
Contourpunt 15 benaderen
Klein contourtrapje 15 en 16 bewerken
Contourpunt 17 benaderen
X
S
16
17
15
X
149