Referentiesysteem
Met een referentiesysteem worden posities in één vlak of ruimte
Z
eenduidig vastgelegd. De opgave van een positie is altijd gerelateerd
aan een vastgelegd punt en wordt door coördinaten beschreven.
In het rechthoekige systeem (cartesiaans systeem) worden drie
Y
richtingen als assen X, Y en Z vastgelegd. De assen staan loodrecht
op elkaar en snijden elkaar in één punt, het nulpunt. Eén coördinaat
geeft de afstand naar het nulpunt in één van deze richtingen aan. Zo
wordt een positie in het vlak door twee coördinaten en in een ruimte
door drie coördinaten beschreven.
Coördinaten die aan het nulpunt zijn gerelateerd, worden als absolute
X
coördinaten gekenmerkt. Gerelateerde coördinaten zijn gerelateerd
aan een willekeurige andere positie (referentiepunt) in het
coördinatensysteem. Gerelateerde coördinatenwaarden worden ook
als incrementele coördinatenwaarden aangeduid.
Referentiesystemen op freesmachines
Bij de bewerking van een werkstuk op een freesmachine gaat men in
het algemeen uit van het rechthoekige coördinatensysteem. De
afbeelding rechts toont, hoe het rechthoekige coördinatensysteem
+Z
+ Y
+ X
toegekend wordt aan de machine-assen. De drie-vinger-regel van de
rechterhand dient als ezelsbruggetje: wanneer de middelvinger in de
richting van de gereedschapsas vanaf het werkstuk naar het
gereedschap wijst, dan wijst hij in de richting Z+, de duim in de richting
X+ en de wijsvinger in de richting Y+.
De TNC 426 kan in het totaal maximaal 5 assen besturen, de TNC 430
maxiaal 9 assen. Naast de hoofdassen X, Y en Z zijn er ook de parallel
+Z
+X
liggende additionele assen U, V en W. Rotatie-assen worden met A, B
+Y
en C gekenmerkt. De afbeelding rechtsonder toont de indeling van de
additionele assen resp. rotatie-assen ten opzichte van de hoofdassen.
Z
Y
W+
C+
B+
V+
A+
X
U+
HEIDENHAIN TNC 426, TNC 430
31