NULPUNT-verschuiving met nulpuntstabellen
(cyclus 7)
Als de grafische programmeerweergave in combinatie met
nulpuntstabellen toegepast wordt, dan moet voor het
starten van de grafische weergave, in werkstand TEST de
desbetreffende nulpuntstabel (status S) gekozen zijn.
Wanneer alleen een nulpuntstabel wordt toegepast,
vermijdt dan verwisselingen bij het activeren in de werk-
standen voor de programma-afloop.
Nulpunten uit de nulpuntstabel kunnen gerelateerd zijn aan
het actuele referentiepunt of het machinenulpunt
(afhankelijk van machineparameter 7475)
De coördinatenwaarden uit nulpuntstabellen zijn uitsluitend
absoluut werkzaam.
Nieuwe regels kunnen alleen aan tabeleinde
tussengevoegd worden.
Toepassing
Nulpuntstabellen worden toegepast bij:
vaak terugkerende bewerkingen op verschillende werkstukposities
of
vaak terugkerende toepassing van dezelfde nulpuntverschuiving
Binnen een programma kunnen nulpunten zowel direct in de
cyclusdefinitie geprogrammeerd alsook vanuit een nulpuntstabel
opgeroepen worden.
Verschuiving: nummer van het nulpunt uit de
nulpuntstabel of een Q-parameter ingeven; wanneer een
Q-parameter wordt ingegeven, dan activeert de TNC het
nulpuntnummer dat in de Q-parameter staat.
NC-voorbeeldregels:
77
Y L DEF 7.0 NULPUNT
78
Y L DEF 7.1 #12
Terugzetten
Uit de nulpuntstabel verschuiving naar de coördinaten
X=0; Y=0 etc. oproepen.
Verschuiving naar de coördinaten X=0; Y=0 etc. direct d.m.v. een
cyclusdefinitie oproepen.
HEIDENHAIN TNC 426, TNC 430
Z
Y
Z
Y
X
X
241