Uitvoering
Regeling van de bedienings-
functies
Door de elektronica van het apparaat is
het mogelijk de verschillende ovenfunc-
ties te gebruiken voor bakken, braden
en grillen.
Daarnaast biedt de elektronica de vol-
gende functies:
– Dagtijdweergave
– Alarm en kookwekker
– Automatisch in- en uitschakelen van
het apparaat
– Koken met vochttoevoer
– Gebruik van automatische program-
ma's
– Samenstellen van eigen programma's
– Kiezen van individuele instellingen
Veiligheidsfuncties
Ingebruiknamebeveiliging
De ingebruiknamebeveiliging voorkomt
dat de Dialog oven onbedoeld wordt
bediend (zie hoofdstuk "Instellingen",
paragraaf "Veiligheid").
De beveiliging blijft ook na een stroom-
storing actief.
34
Toetsvergrendeling
De toetsvergrendeling voorkomt dat een
bereidingsproces onbedoeld wordt uit-
geschakeld of dat instellingen worden
gewijzigd. Als deze vergrendeling actief
is, worden alle sensortoetsen en velden
in het display enkele seconden na de
start van een bereiding vergrendeld (zie
"Instellingen", paragraaf "Veiligheid").
Koelventilator
De koelventilator schakelt automatisch
in bij elke bereiding. De koelventilator
zorgt ervoor, dat de hete lucht in de
ovenruimte met koude omgevingslucht
vermengd en afgekoeld wordt, voordat
zij tussen de deur en het bedieningspa-
neel vrijkomt.
Om te voorkomen dat er vocht in de
ovenruimte, op het bedieningspaneel of
in de keukenkast neerslaat, blijft de
ventilator na een bereiding nog enige
tijd ingeschakeld.
De ventilator wordt na een bepaalde tijd
automatisch uitgeschakeld (zie hoofd-
stuk "Instellingen", paragraaf "Naloop
ventilator").