7
Afdrukken vanaf de computer
U kunt de HP All-in-One gebruiken in combinatie met elke softwaretoepassing waarmee
u kunt afdrukken. U kunt een grote verscheidenheid aan projecten afdrukken, zoals
afbeeldingen zonder rand, nieuwsbrieven, wenskaarten, opstrijkpatronen en posters.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Afdrukken vanuit een softwaretoepassing
•
De HP All-in-One instellen als de standaardprinter
•
De afdrukinstellingen wijzigen voor de huidige taak
•
Standaardinstellingen voor afdrukken wijzigen
•
Snel afdrukopties instellen
•
Speciale afdruktaken uitvoeren
•
Een afdruktaak stoppen
Afdrukken vanuit een softwaretoepassing
De meeste afdrukinstellingen worden in de software automatisch afgehandeld. U hoeft
de instellingen alleen handmatig te wijzigen als u de afdrukkwaliteit wilt veranderen, als
u wilt afdrukken op speciale papiersoorten of transparanten of als u speciale functies wilt
gebruiken.
Afdrukken vanuit een softwaretoepassing
1.
Zorg ervoor dat er papier in de invoerlade is geplaatst.
2.
Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3.
Controleer of het product de geselecteerde printer is.
4.
Als u instellingen moet wijzigen, klikt u op de knop waarmee het dialoogvenster
Eigenschappen wordt geopend.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
Opmerking
fotopapier en voor de verbetering van de foto.
5.
Selecteer de gewenste opties voor de afdruktaak met de functies die beschikbaar zijn
op de tabbladen Geavanceerd, Snel afdrukopties instellen, Effecten, en Kleur.
Tip
een van de vooraf ingestelde taken op het tabblad Snel afdrukopties instellen
te kiezen. Klik op een type afdruktaak in de lijst Snel afdrukopties instellen. De
standaardinstellingen voor het type afdruktaak worden ingesteld en samengevat
op het tabblad Snel afdrukopties instellen. Indien nodig kunt u de instellingen
hier aanpassen en uw aangepaste instellingen opslaan als nieuwe snelle
afdrukoptie. Als u een aangepaste optie voor snel afdrukken wilt opslaan,
selecteert u de desbetreffende optie en klikt u op Opslaan als. Om een sneloptie
te verwijderen, selecteert u de sneloptie en klikt u op Verwijderen.
Als u een foto afdrukt, moet u opties selecteren voor het juiste
U kunt eenvoudig de gewenste opties voor uw afdruktaak selecteren door
Afdrukken vanuit een softwaretoepassing
77