Hoofdstuk 9
Opmerking
systeemvak van Windows sluit, kan dit tot gevolg hebben dat de HP All-in-One ietwat
aan scanfunctionaliteit inboet. Als dit gebeurt, kunt u de volledige functionaliteit
herstellen door de computer opnieuw op te starten of door de HP Photosmart-
software opnieuw te starten.
Opmerking
afbeelding opslaan in de volgende bestandsindelingen: BMP, DCX, FPX, GIF, JPG,
PCD, PCX en TIF.
Naar een computer scannen
1.
Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar beneden tegen de
rechterbenedenhoek van de glasplaat.
2.
Druk op het bedieningspaneel op Start scannen.
3.
Druk op pijltjestoets omlaag om Scannen naar computer te markeren en druk
vervolgens op OK.
Opmerking
lijst met beschikbare computers. Selecteer de computer waarnaar u de scan wilt
overbrengen en ga dan naar de volgende stap.
4.
Het menu Scannen naar verschijnt op het display. Druk op de pijltjestoets omlaag
om de taaksnelkoppeling die u wilt gebruiken te selecteren, en druk vervolgens op
OK.
Opmerking
softwaretoepassing, dpi en de kleurinstellingen zodat u ze niet voor iedere
scantaak hoeft in te stellen.
5.
Volg de instructies op het scherm om de scan op uw computer op te slaan.
Een origineel naar een geheugenkaart scannen
U kunt de gescande afbeelding als een JPEG-afbeelding verzenden naar de
geheugenkaart die of het opslagapparaat dat op dit moment is ingevoerd. Op die manier
kunt u de fotoafdrukopties gebruiken om afdrukken zonder rand en albumpagina's van
de gescande afbeelding te maken.
108
De scanfuncties gebruiken
Wanneer u het pictogram HP Digital Imaging Monitor in het
Tijdens het scannen kunt u met de HP Photosmart-software een
Als het apparaat op het netwerk is aangesloten, verschijnt er een
Taaksnelkoppelingen definiëren scanparameters, zoals de