Bestandsbeheer oproepen
Toets PGM MGT indrukken:
de TNC toont het venster voor bestandsbeheer
(afbeelding rechtsboven toont de
basisinstelling. Wanneer de TNC een andere
beeldschermindeling weergeeft, druk dan op de
softkey VENSTER)
Het linker, smalle venster toont boven 3 loopwerken
de TNC aangesloten is op een netwerk, dan toont de TNC van
daaruit additionele loopwerken. Loopwerken duiden de apparaten
aan, waarmee gegevens opgeslagen worden of waarmee
overdracht van gegevens geschiedt. Eén loopwerk is de harde schijf
van de TNC. Andere loopwerken zijn de interfaces (RS232, RS422,
Ethernet), waarop b.v. een PC aangesloten kan worden. Het
gekozen (actieve) loopwerk wordt gekleurd weergegeven.
In het onderste gedeelte van het smalle venster toont de TNC alle
directories
van het gekozen loopwerk. Een directory wordt altijd
door een map-symbool (links) en de naam van de directory (rechts)
aangeduid. Subdirectories zijn naar rechts ingesprongen. De
gekozen (actieve) directory wordt gekleurd weergegeven.
Het rechter, brede venster toont alle bestanden
gekozen directory opgeslagen zijn. Van elk bestand wordt
uitgebreidere informatie getoond, beschreven in de tabel rechts.
HEIDENHAIN TNC 410, TNC 426, TNC 430
. Wanneer
Weergave
BESTANDSNAAM
BYTE
, die in de
STATUS
E
S
M
P
DATUM
TIJD
Betekenis
Naam met maximaal 16 tekens
en bestandstype
Omvang bestand in byte
Eigenschap van het bestand:
Programma werd in de
werkstand Programma-
bewerken
gekozen
Programma werd in de
werkstand Programma-
test gekozen
Programma werd in een
programma-afloop-werkstand
gekozen
Bestand is tegen wissen en
wijzigen beveiligd (protected)
Datum, waarop het bestand
voor het laatst gewijzigd werd
Tijdstip waarop het bestand
voor het laatst gewijzigd werd
45