Gereedschap naar het startpunt van de cirkelbaan verplaatsen
Coördinaten van het cirkelmiddelpunt ingeven
3
Coördinaten eindpunt cirkelboog ingeven
Indien nodig:
Aanzet F
Additionele M-functie
NC-voorbeeldregels
50 I+25 J+25 *
60 G01 G42 X+45 Y+25 F200 M3 *
70 G03 X+45 Y+25 *
Volledige cirkel
Programmeer voor het eindpunt dezelfde coördinaten als voor het
startpunt.
Start- en eindpunt van de cirkelbeweging moeten op de
cirkelbaan liggen.
Ingavetolerantie: tot 0,016 mm (via MP7431 te kiezen,
niet bij TNC 410).
Cirkelbaan G02/G03/G05 met vastgelegde radius
Het gereedschap verplaatst zich op een cirkelbaan met radius R.
Rotatierichting
In richting v.d. wijzers v.d. klok: G02
Tegen richting v.d. wijzers v.d. klok in: G03
Zonder opgave v.d. rotatierichting: G05
De TNC voert de cirkelbaan in de laatst geprogrammeerde
rotatierichting uit.
Let op: met de rotatierichting wordt de concave of convexe
kromming vastgelegd!
3
Coördinaten eindpunt cirkelboog ingeven
Radius R
Opgelet: het voorteken legt de grootte van de
cirkelboog vast!
Indien nodig:
Aanzet F
Additionele M-functie
Volledige cirkel
Voor een volledige cirkel worden 2 regels na elkaar
geprogrammeerd:
het eindpunt van de eerste helft van de cirkel is het startpunt van
de tweede helft. Eindpunt van de tweede helft van de cirkel is het
startpunt van de eerste helft. Zie afbeelding rechts.
HEIDENHAIN TNC 410, TNC 426, TNC 430
Y
CC
25=J
45
25=I
Y
E
=S
1
2
S
=E
I,J
1
2
X
X
103