Met de functie „Actuele waarde overnemen" slaat de
TNC de positie van de as op die in het tabelhoofd boven
het markeringsveld staat (niet bij TNC 410).
Nulpuntstabel configureren (niet bij TNC 410)
Op de tweede en derde softkey-balk kunt u voor elke nulpuntstabel
de assen vastleggen, waarvoor nulpunten gedefinieerd moeten
worden. Standaard zijn alle assen actief. Wanneer een as
geblokkeerd moet worden, dan moet de desbetreffende as-softkey
op UIT gezet worden. De TNC verwijdert dan de bijbehorende
kolom in de nulpuntstabel.
Nulpuntstabel verlaten
In bestandsbeheer een ander bestandstype laten zien en het
gewenste bestand kiezen.
Nulpuntstabel voor de programma-afloop activeren TNC 410
Bij de TNC 410 wordt in het NC-programma de functie %:TAB
gebruikt voor het kiezen van de nulpuntstabel waaruit de TNC de
nulpunten moet halen:
Functies voor programma-afloop kiezen: toets PGM
CALL indrukken
Softkey NULPUNTSTABEL indrukken
Naam van de nulpuntstabel ingeven, met END-toets
bevestigen
NC-voorbeeldregel:
72
%:TAB: AAM*
Nulpuntstabel voor de programma-afloop activeren TNC 426,
TNC 430
Bij de TNC 426, TNC 430 moet in een werkstand Programma-afloop
de nulpuntstabel handmatig worden geactiveerd:
Werkstand Programma-afloop kiezen, b.v. Automati-
sche programma-afloop
Bestandsbeheer oproepen: toets PGM MGT
indrukken; zie ook „Hoofdstuk 4, Bestandsbeheer" .
Bestaande nulpuntstabel kiezen: zet de lichtbalk op
een willekeurige nulpuntstabel en bevestig d.m.v. de
ENT-toets De TNC markeert de gekozen tabel met een
M in het statusveld.
HEIDENHAIN TNC 410, TNC 426, TNC 430
225