Cirkelmiddelpunt I, J
Van cirkelbanen die met behulp van de functies G02/G03
geprogrammeerd worden, kan het middelpunt worden vastgelegd.
Daartoe:
moeten de rechthoekige coördinaten van het cirkelmiddelpunt
ingegeven worden of
moet de laatst geprogrammeerde positie met G29 worden
overgenomen
worden de coördinaten met de toets „actuele positie
overnemen" overgenomen.
Coördinaten voor het cirkelmiddelpunt ingeven
Om de laatst geprogrammeerde positie over te
nemen: G29 ingeven
NC-voorbeeldregels
50 I+25 J+25 *
Geldigheid
Het cirkelmiddelpunt geldt totdat een nieuw cirkelmiddelpunt
wordt geprogrammeerd. Een cirkelmiddelpunt kan ook voor de
additionele assen U, V en W vastgelegd worden.
Cirkelmiddelpunt I, J incrementeel ingeven
Een incrementeel ingegeven coördinaat voor het cirkelmiddelpunt
is altijd gerelateerd aan de laatst geprogrammeerde
gereedschapspositie.
Met I en J wordt een positie als cirkelmiddelpunt
gekenmerkt: het gereedschap verplaatst zich niet naar
deze positie.
Het cirkelmiddelpunt is tevens de pool voor
poolcoördinaten.
Wanneer parallelle assen als pool gedefinieerd moeten
worden, drukt u eerst op toets I (J) op het ASCII-
toetsenbord en vervolgens op de oranje astoets van de
desbetreffende parallelle as.
Cirkelbaan G02/G03/G05 om cirkelmiddelpunt I, J
Het cirkelmiddelpunt I, J moet vastgelegd worden, voordat de
cirkelbaan geprogrammeerd wordt. De laatst geprogrammeerde
gereedschapspositie voor de cirkelbaan wordt het startpunt van de
cirkelbaan.
Rotatierichting
In richting v.d. wijzers v.d. klok: G02
Tegen richting v.d. wijzers v.d. klok in: G03
Zonder opgave v.d. rotatierichting: G05
De TNC voert de cirkelbaan in de laatst geprogrammeerde
rotatierichting uit.
102
Z
Y
J
Y
E
S
I,J
6 Programmeren: contouren programmeren
X
I
X