NABEWERKEN ZIJKANT (cyclus G124)
De TNC verplaatst het gereedschap via een cirkelbaan tangentiaal
op de deelcontouren. Elk deelcontour wordt afzonderlijk
nabewerkt.
Let voor het programmeren op het volgende
De som van de overmaat voor kantnabewerking (Q14) en
radius v.h. nabewerkingsgereedschap moet kleiner zijn
dan de som van overmaat voor kantnabewerking
(Q3,cyclus G120) en radius uitruimgereedschap.
Wanneer met cyclus G124 gewerkt wordt zonder dat
daarvoor met cyclus G122 uitgeruimd is, dan geldt de
hierboven geformuleerde berekening eveneens; de radius
van het uitruimgereedschap heeft dan de waarde „0" .
De TNC bepaalt automatisch het startpunt voor de
nabewerking. Het startpunt is afhankelijk van de ruimte
in de kamer.
Rotatierichting ? Richting van de wijzers van de klok =
–1 Q9, bewerkingsrichting:
+1: rotatie tegen de richting van de wijzers van de klok
–1: rotatie in de richting van de wijzers van de klok
Diepte-instelling Q10 (incrementeel): maat die
betrekking heeft op de verplaatsing van het
gereedschap.
Aanzet diepteverplaatsing Q11: insteekaanzet.
Aanzet uitruimen Q12: freesaanzet.
Overmaat voor kantnabewerking Q14 (incrementeel):
overmaat voor meerdere keren nabewerken; het
laatste nabewerkingsrestant wordt uitgeruimd,
wanneer Q14 = 0 wordt ingegeven.
NC-voorbeeldregel:
61
G124 Q9=+1 Q10=+5 Q11=100 Q12=350 Q14=+0*
HEIDENHAIN TNC 410, TNC 426, TNC 430
Z
Q11
Q12
Q10
X
203