Radiuscorrectie van het gereedschap
De programmaregel voor een gereedschapsbeweging bevat
G41 of G42 voor een radiuscorrectie
G43 of G44, voor een radiuscorrectie bij een asparallelle
verplaatsing
G40, wanneer er geen radiuscorrectie uitgevoerd moet worden
De radiuscorrectie wordt actief, zodra een gereedschap
opgeroepen en in het bewerkingsvlak met G41 of G42 wordt
verplaatst.
De TNC heft de radiuscorrectie automatisch op, wanneer u:
een positioneerregel met G40 programmeert
een programma-oproep met %... programmeert
een nieuw programma kiest
Bij de radiuscorrectie worden deltawaarden zowel uit de
T-regel als uit de gereedschapstabel meeberekend:
Correctiewaarde = R + DR
+ DR
T
R
Gereedschapslengte R uit regel G99 of gereedschap
van de tabel
DR
Overmaat DR voor radius uit T-regel (hiermee
T
wordt geen rekening gehouden in de positieweergave)
DR
Overmaat DR voor radius uit de gereedschapstabel.
TAB
Baanverplaatsingen zonder radiuscorrectie: G40
Het gereedschap verplaatst zich, in het bewerkingsvlak, met zijn
middelpunt volgens de geprogrammeerde baan, resp. volgens de
geprogrammeerde coördinaten.
Toepassingsmogelijkheden: boren, voorpositioneren,
zie afbeelding rechts.
90
met
TAB
G41
G40
Z
Y
Y
5 Programmeren: gereedschappen
R
X
X