NULPUNT-verschuiving met nulpuntstabellen
(cyclus G53)
Nulpunten uit de nulpuntstabel kunnen gerelateerd zijn
aan het actuele referentiepunt of het machinenulpunt
(afhankelijk van machineparameter 7475).
De coördinatenwaarden uit nulpuntstabellen zijn
uitsluitend absoluut werkzaam.
Voor de TNC 426, TNC 430 geldt bovendien:
Als de grafische programmeerweergave in combinatie
met nulpuntstabellen toegepast wordt, dan moet voor
het starten van de grafische weergave, in werkstand Test
de desbetreffende nulpuntstabel (status S) gekozen zijn.
Nieuwe regels kunnen alleen aan tabeleinde
tussengevoegd worden.
Wanneer alleen een nulpuntstabel wordt toegepast,
vermijdt dan verwisselingen bij het activeren in de
werkstanden voor de programma-afloop.
Toepassing
Nulpuntstabellen worden toegepast bij:
vaak terugkerende bewerkingen op verschillende
werkstukposities of
vaak terugkerende toepassing van dezelfde nulpuntverschuiving
Binnen een programma kunnen nulpunten zowel direct in de
cyclusdefinitie geprogrammeerd alsook vanuit een nulpuntstabel
opgeroepen worden.
Verschuiving: nummer van het nulpunt uit de
nulpuntstabel of een Q-parameter ingeven; wanneer
een Q-parameter wordt ingegeven, dan activeert de
TNC het nulpuntnummer dat in de Q-parameter staat.
Nulpuntstabel activeren: zie verderop in dit hoofdstuk
Terugzetten
Uit de nulpuntstabel verschuiving naar de coördinaten
X=0; Y=0 etc. oproepen.
Verschuiving naar de coördinaten X=0; Y=0 etc. direct d.m.v. een
cyclusdefinitie oproepen.
Statusweergaven
Wanneer nulpunten uit de tabel gerelateerd zijn aan het
machinenulpunt, dan:
is de positieweergave gerelateerd aan het actieve (verschoven)
nulpunt
is het getoonde nulpunt in de additionele statusweergave
gerelateerd aan het machinenulpunt, waarbij de TNC het
handmatig vastgelegde referentiepunt meeberekent
HEIDENHAIN TNC 410, TNC 426, TNC 430
Z
Y
Z
Y
NC-voorbeeldregel:
72
G53 #12*
X
X
223