Download Print deze pagina

HEIDENHAIN TNC 410 Bedieningshandboek pagina 323

Din/iso-programmering
Verberg thumbnails Zie ook voor TNC 410:

Advertenties

Meten met het 3D-tastsysteem
tijdens de programma-afloop
Met het 3D-tastsysteem kunnen ook tijdens een programma-afloop
posities op het werkstuk worden geregistreerd – ook bij gezwenkt
bewerkingsvlak. Toepassingen:
bepalen van hoogteverschillen bij gietoppervlakken
opvragen van toleranties tijdens de bewerking
Het inzetten van het tastsysteem wordt in de werkstand
Programmeren/bewerken met de functie G55 geprogrammeerd.
De TNC positioneert het tastsysteem voor en tast automatisch de
vooraf ingestelde positie. Daarbij verplaatst de TNC het
tastsysteem parallel aan de machine-as, die in de tastcyclus is
vastgelegd. Een actieve basisrotatie of rotatie wordt door de TNC
alleen voor de berekening van het tastpunt meeberekend. De
coördinaat van het tastpunt slaat de TNC in een Q-parameter op. De
TNC breekt het tastproces af, wanneer het tastsysteem binnen een
bepaald bereik (via MP6130 te kiezen) niet wordt uitgeweken. De
coördinaten van de positie, waar zich de zuidpool van de tastkogel
zich bij het tasten bevindt, zijn na het tastproces extra in de
parameters Q115 t/m Q119 opgeslagen. Voor de waarden in deze
parameters wordt geen rekening gehouden met de lengte en de
radius van de taststift.
Om de meetbetrouwbaarheid te verhogen, kan met
machineparameter 6170 vastgelegd worden, hoe vaak de TNC het
tasten moet uitvoeren. Als de afwijking tussen de afzonderlijke
metingen de betrouwbaarheidsgrens (MP 6171) overschrijdt, geeft
de TNC een foutmelding.
Tastsysteem handmatig zo voorpositioneren, dat een
botsing bij het benaderen van de geprogrammeerde
voorpositie is uitgesloten.
Let erop, dat de TNC de gereedschapsgegevens zoals
lengte, radius en as ofwel uit de gekalibreerde gegevens
of uit de laatste regel G99 toepast: via MP7411 te kiezen.
55
Tastfunctie kiezen, met ENT-toets bevestigen
Parameternr. voor resultaat: nummer van de Q-
parameter ingeven, waaraan de waarde van de
coördinaat moet worden toegewezen.
Tastas/tastrichting: tastas met askeuzetoets of via het
ASCII-toetsenbord en voorteken voor de tastrichting
ingeven. Met ENT-toets bevestigen.
Nominale positiewaarde: via de askeuzetoetsen of via
het ASCII-toetsenbord alle coördinaten voor het
voorpositioneren van het tastsysteem ingeven.
Ingave afsluiten: ENT-toets indrukken.
NC-voorbeeldregel
670 G55 P01 Q5 P02 X– X+5 Y+0 Z–5 *
308
12 3D-tastsystemen

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Tnc 426Tnc 430