CILINDERMANTEL (cyclus G127)
Machine en TNC moeten door de machinefabrikant voor
cyclus G127 CILINDERMANTEL voorbereid zijn.
Met deze cyclus kan één op de uitslag gedefinieerde contour op de
mantel van een cilinder worden overgebracht.
De contour wordt in een onderprogramma beschreven, dat met
behulp van cyclus G37 (CONTOUR) wordt vastgelegd.
Het onderprogramma bevat coördinaten in een hoekas
(b.v. C-as) en de as, die daaraan parallel loopt (b.v. spilas). Als
baanfuncties zijn G1, G11, G24, G25 en
G2/G3/G12/G13 met R beschikbaar.
De gegevens in de hoekas kunnen naar keuze in graden of in mm
(inch) ingegeven worden (bij de cyclusdefinitie vastleggen).
Let voor het programmeren op het volgende
Het geheugen voor de SL -cyclus is beperkt. In een SL-
cyclus kunnen b.v. maximaal 128 rechte-stappen
geprogrammeerd worden.
Het voorteken van de parameter diepte legt de
werkrichting vast.
Door het midden snijdende vingerfrees toepassen
(DIN 844).
De cilinder moet in het midden van de draaitafel
opgespannen zijn.
De spilas moet loodrecht op de as van de draaitafel
staan. Als dit niet het geval is, dan komt de TNC met een
foutmelding.
Gereedschap in de X-as (bij spilas Y) voor de
cyclusoproep op het midden van de draaitafel
voorpositioneren.
Deze cyclus kan niet bij gezwenkt bewerkingsvlak
worden uitgevoerd.
206
Z
8 Programmeren: cycli
C