Toewijzing
Met deze functie wordt vastgelegd, waarnaar gegevensoverdracht
vanuit de TNC moet plaatsvinden.
Toepassingen:
• waarden met de Q-parameterfunctie D15 uitgeven
• pad op de harde schijf van de TNC waarin de
digitaliseringsgegevens worden opgeslagen.
Afhankelijk van de TNC-werkstand, wordt of de functie PRINT of
PRINTTEST gebruikt:
TNC-werkstand
Pgm.-afloop regel voor regel
Automatische programma-afloop
Programmatest
PRINT en PRINTTEST worden als volgt ingesteld:
Functie
Gegevens via RS-232 uitlezen
Gegevens via RS-422 uitlezen
Gegevens op de harde schijf van de TNC opslaan
Gegevens in de directory opslaan, waarin het
programma met D15 resp. met de
digitaliseringscycli staat
Bestandsnaam
Gegevens
Digitaliseringsgegevens
Waarden met FN15
Waarden met FN15
HEIDENHAIN TNC 410, TNC 426, TNC 430
Overdrachtsfunctie
PRINT
PRINT
PRINTTEST
Werkstand
Bestandsnaam
Pgm.-afloop
Vastgelegd in cyclus
BEREIK
Pgm.-afloop
%D15RUN.A
Programmatest %D15SIM.A
Pad
RS232:\....
RS422:\....
TNC:\....
- leeg -
317