Download Print deze pagina

HEIDENHAIN TNC 410 Bedieningshandboek pagina 52

Din/iso-programmering
Verberg thumbnails Zie ook voor TNC 410:

Advertenties

Referentiepunt kiezen
Een werkstuktekening geeft een bepaald vormelement van het
werkstuk als absoluut referentiepunt (nulpunt) door, meestal een
hoek van het werkstuk. Bij het vastleggen van het referentiepunt
wordt het werkstuk eerst evenwijdig aan de machine-assen
uitgericht en wordt het gereedschap voor elke as naar een bekende
positie van het werkstuk gebracht. Voor deze positie wordt de
weergave van de TNC of op nul of op de overeenkomstige
positiewaarde vastgelegd. Daardoor wordt het werkstuk toegekend
aan het referentiesysteem, dat voor de TNC-weergave resp. zijn
bewerkingsprogramma geldt.
Geeft de productietekening gerelateerde referentiepunten aan, dan
moet eenvoudig gebruik gemaakt worden van de cycli voor
coördinatenomrekening. Zie „8.8 Cycli voor
coördinatenomrekening"
Wanneer de productietekening geen juiste NC-maten heeft, dan
wordt een positie of een hoek van het werkstuk als referentiepunt
gekozen, van waaruit de maten van de overige posities op het
werkstuk heel eenvoudig bepaald kunnen worden.
De referentiepunten kunnen met een 3D-tastsysteem van
HEIDENHAIN bijzonder eenvoudig worden vastgelegd. Zie
„12.2 Referentiepunt vastleggen met 3D-tastsystemen" .
Voorbeeld
De schets van het werkstuk (rechts) toont boringen (
waarvan de maatvoering gerelateerd is aan een absoluut
referentiepunt met de coördinaten X=0 Y=0. De boringen (
zijn gerelateerd aan een gerelateerd referentiepunt met de absolu-
te coördinaten X=450 Y=750. Met de cyclus
NULPUNTVERSCHUIVING kan het nulpunt tijdelijk naar de positie
X=450, Y=750 verschoven worden, om de boringen (
zonder verdere berekeningen te programmeren.
36
Y
Y
750
t/m
),
t/m
)
320
t/m
)
4 Programmeren: basisbegrippen, bestandsbeheer,
programmeerondersteuning, palletsbeheer
Z
X
150
0
-150
325
450
900
950
X

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Tnc 426Tnc 430