Referentiepunten via boringen vastleggen
(niet bij TNC 410)
In een tweede softkey-balk staan softkeys, waarmee U boringen of
ronde tappen voor het vastleggen van het referentiepunt kunt
gebruiken.
Vastleggen of boring of ronde tap getast moet worden
Tastfunctie kiezen: softkey TASTFUNCTIES indrukken,
softkey-balk doorschakelen.
Tastfunctie voor boringen kiezen: b.v. softkey TASTEN
ROT indrukken.
Boringen of ronde tappen kiezen: actief element
wordt omkaderd.
Boringen tasten
Tastsysteem ongeveer naar het midden van de boring
voorpositioneren. Nadat de externe START-toets is ingedrukt, tast
de TNC automatisch vier punten van de boringswand af.
Aansluitend wordt het tastsysteem naar de volgende boring
verplaatst en wordt deze boring net zo getast. De TNC herhaalt dit
proces, totdat alle boringen voor bepaling van de referentiepunten
getast zijn.
Ronde tappen tasten
Tastsysteem naar een positie in de buurt van het eerste tastpunt op
de ronde tap verplaatsen. Via softkey tastrichting kiezen, tastproces
met externe START-toets uitvoeren. Proces in het totaal vier keer
uitvoeren.
Toepassing
Basisrotatie via 2 boringen:
de TNC bepaalt de hoek tussen de verbindingslijn
van de middelpunten van de boring en een
nominale positie (hoekreferentie-as).
Referentiepunt via 4 boringen:
de TNC bepaalt het snijpunt van de verbindings-
lijnen van de beide als eerste en de beide als
laatste getaste boringen. Tast daarbij via
het kruispunt (zoals op de softkey weergegeven,
anders berekent de TNC een fout referentiepunt
Cirkelmiddelpunt via 3 boringen:
de TNC bepaalt een cirkelbaan waarop alle 3
de boringen liggen en berekent voor de cirkelbaan
het cirkelmiddelpunt.
304
Softkey
12 3D-tastsystemen