Werken zonder begrenzing van het
verplaatsingsbereik
Voor coördinatenassen die zonder begrenzingen
van het verplaatsingsbereik moeten worden
verplaatst, wordt de maximale verplaatsing van de
TNC (+/- 99999 mm) als EINDSCHAKELAAR
ingegeven.
Maximale verplaatsingsbereik bepalen en
ingeven
Positieweergave REF kiezen.
Gewenste positieve en negatieve eindposities
van de
X-, Y- en Z-as benaderen.
Waarden met voorteken noteren
MOD-functies kiezen: toets MOD indrukken
Begrenzing van het
verplaatsingsbereik ingeven: softkey
EINDSCHAKELAAR indrukken.
Genoteerde waarden voor de assen
als begrenzingen ingeven.
MOD-functie verlaten: softkey EINDE
indrukken.
Met radiuscorrecties van gereedschap
wordt bij begrenzingen van
verplaatsingsbereik geen rekening
gehouden.
Met begrenzingen van het
verplaatsingsbereik en software-
eindschakelaars wordt rekening
gehouden, nadat de referentiepunten
gepasseerd zijn.
Weergave van het nulpunt
De op het beeldscherm linksonder getoonde
waarden zijn de handmatig vastgelegde
referentiepunten gerelateerd aan het
machinenulpunt. Deze kunnen niet op het
beeldscherm worden veranderd.
Verplaatsingsbegrenzing voor de programmatest
(alleen bij TNC 410)
Voor de programmatest en de grafische
programmeerweergave kan een afzonderlijk
„verplaatsingsbereik" worden vastgelegd. Druk
hiervoor op de softkey VERPLAATSINGSBEREIK
TEST (2e softkey-vlak), nadat de MOD-functie is
geactiveerd.
Behalve de begrenzingen kan ook de plaats van het
werkstukreferentiepunt gerelateerd aan het
machinenulpunt worden vastgelegd.
HEIDENHAIN TNC 410, TNC 426, TNC 430
331