CILINDERMANTEL sleuffrezen (cyclus G128, alleen
bij TNC 426, TNC 430 met NC-software 280 474-xx)
Machine en TNC moeten door de machinefabrikant voor
cyclus G128 CILINDERMANTEL voorbereid zijn.
Met deze cyclus kan één op de uitslag gedefinieerde geleidesleuf
op de mantel van een cilinder worden overgebracht. In
tegenstelling tot cyclus G127 stelt de TNC het gereedschap bij deze
cyclus zo in, dat de wanden - ook bij een actieve radiuscorrectie -
altijd centrisch ten opzichte van het midden van de cilinder
verlopen. Bovendien pendelt de TNC automatisch heen en weer
tussen het begin en einde van de contour.
Let voor het programmeren op het volgende
Het geheugen voor de SL -cyclus is beperkt. In een
SL-cyclus kunnen b.v. maximaal 128 rechte-stappen
geprogrammeerd worden.
Het voorteken van de parameter diepte legt de
werkrichting vast.
Door het midden snijdende vingerfrees toepassen
(DIN 844).
De cilinder moet in het midden van de draaitafel
opgespannen zijn.
De spilas moet loodrecht op de as van de draaitafel
staan. Als dit niet het geval is, dan komt de TNC met een
foutmelding.
Gereedschap in de X-as (bij spilas Y) voor de
cyclusoproep op het midden van de draaitafel
voorpositioneren.
Deze cyclus kan niet bij gezwenkt bewerkingsvlak
worden uitgevoerd.
De TNC controleert of de gecorrigeerde en niet-
gecorrigeerde baan van het gereedschap binnen het
weergavebereik van de rotatie-as ligt (is in
machineparameter 810.x vastgelegd). Bij foutmelding
„Contourprogrammeerfout" eventueel MP 810.x = 0
instellen.
208
Z
8 Programmeren: cycli
C