Cyclus oproepen
Voorwaarden
Voor een cyclusoproep in ieder geval het volgende
programmeren:
G30/G31 voor de grafische weergave (alleen voor test-
weergave vereist)
Gereedschapsoproep
Rotatierichting spil (additionele functie M3/M4)
Cyclusdefinitie
Let ook op de voorwaarden die bij de navolgende
cyclusbeschrijvingen aangehaald worden.
Onderstaande cycli werken vanaf hun definitie in het bewerkings-
programma. Deze cycli kunnen en mogen niet opgeroepen wor-
den:
de cycli puntenpatroon op cirkel en puntenpatroon op lijnen
de SL -cyclus CONTOUR
de SL -cyclus CONTOURGEGEVENS (niet bij TNC 410)
cyclus G62 TOLERANTIE (niet bij TNC 410)
cycli voor coördinatenomrekening
cyclus G04 STILSTANDSTIJD
Alle overige cycli roept u op volgens onderstaande omschrijving.
Wanneer de cyclus na de laatst geprogrammeerde regel eenmaal
moet worden uitgevoerd, programmeer dan de cyclusoproep met
de additionele functie M99 of met G79:
Wanneer de cyclus na elke positioneerregel automatisch
uitgevoerd moet worden, programmeer dan de cyclusoproep met
M89 (afhankelijk van machineparameter 7440).
Om de werking van M89 op te heffen, moet geprogrammeerd
worden:
M99 of
G79 of
een nieuwe cyclus
HEIDENHAIN TNC 410, TNC 426, TNC 430
Werken met additionele assen U/V/W
De TNC voert verplaatsingen in de as uit, die in de
TOOL CALL -regel als spilas is gedefinieerd.
Verplaatsingen in het bewerkingsvlak voert de TNC
in principe alleen in de hoofdassen X, Y of Z uit.
Uitzonderingen:
Wanneer in cyclus G74 SLEUFFREZEN en in
cyclus G75 KAMERFREZEN voor de lengte van de
zijden direct additionele assen geprogrammeerd
worden.
wanneer bij SL-cycli additionele assen in een
contouronderprogramma geprogrammeerd zijn
141