Verder gaan met pgm.-afloop na een onderbreking
Wanneer de programma-afloop tijdens een
bewerkingscyclus onderbroken wordt, dan moet de
bewerking voortgezet worden vanaf het begin van de
cyclus. Reeds uitgevoerde bewerkingsstappen moet de
TNC opnieuw afwerken.
Wanneer de programma-afloop binnen een herhaling
van een programmadeel is gestopt, dan mogen alleen
binnen de herhaling van het programmadeel regels met
GOTO gekozen worden.
Wanneer de programma-afloop binnen een herhaling van een
programmadeel of binnen een onderprogramma onderbroken
wordt, dan moet met de functie SPRING NAAR REGEL N de plaats
waar onderbroken is, opnieuw benaderd worden.
De TNC slaat bij een onderbreking van een programma-afloop op:
de gegevens van het laatst opgeroepen gereedschap
actieve coördinatenomrekeningen
de coördinaten van het laatst gedefinieerde cirkelmiddelpunt
De opgeslagen gegevens worden voor het opnieuw benaderen van
de contour na het handmatig verplaatsen van de machine-assen
tijdens een onderbreking (POSITIE BENADEREN) gebruikt.
Verdergaan met de programma-afloop d.m.v. de START-toets
Na een onderbreking kan de programma-afloop met de externe
START-toets voortgezet worden, wanneer het programma op de
volgende manier is gestopt:
externe STOP-toets ingedrukt
geprogrammeerde onderbreking
Verdergaan met de programma-afloop na een fout
Bij een foutmelding die niet knippert:
Oorzaak van de fout opheffen.
Foutmelding op het beeldscherm wissen: toets CE indrukken.
Nieuwe start of de programma-afloop voortzetten vanaf de plaats
waar het onderbroken werd.
Bij een foutmelding die knippert:
END-toets twee seconden ingedrukt houden, TNC voert een
warme start uit.
Oorzaak van de fout opheffen.
Nieuwe start.
Wanneer de fout opnieuw optreedt, noteer dan de foutmelding en
waarschuw de service-afdeling.
286
11 Programmatest en programma-afloop