Freesdiepte Q1 (incrementeel): afstand tussen
cilindermantel en bodem van de contour.
Overmaat kantnabewerking Q3 (incrementeel):
overmaat voor nabewerking in vlak van de
ontwikkelende mantel; overmaat werkt in de richting
van de radiuscorrectie.
Veiligheidsafstand Q6 (incrementeel): afstand tussen
kopvlak van het gereedschap en het oppervlak van de
cilindermantel.
Diepte-instelling Q10 (incrementeel): maat die
betrekking heeft op de verplaatsing van het
gereedschap.
Aanzet diepteverplaatsing Q11: aanzet bij
verplaatsingen in de spilas.
Aanzet frezen Q12: aanzet bij verplaatsingen in het
bewerkingsvlak.
Cilinderradius Q16: radius van de cilinder, waarop de
contour bewerkt moet worden.
Maateenheid ? graden=0 MM/INCH=1 Q17:
coördinaten van de rotatie-as in het onderprogramma
in graden of mm (inch) programmeren.
Sleufbreedte Q20: breedte van de te maken sleuf
NC-voorbeeldregel:
63
G128 Q1=-8 Q3=+0 Q6=+0 Q10=+3 Q11=100 Q12=350
Q16=25 Q17=0 Q20=12*
HEIDENHAIN TNC 410, TNC 426, TNC 430
209