10.1 Het principe en een functie-
overzicht
Met Q-parameters kan in een bewerkingsprogramma een volledige
productfamilie gedefinieerd worden. In plaats van getalswaarden
moeten dan variabelen ingegeven worden: de Q-parameters.
Q-parameters staan bijvoorbeeld voor:
coördinatenwaarden
aanzetten
toerentallen
cyclusgegevens
Bovendien kunnen met Q-parameters contouren geprogrammeerd
worden, die via wiskundige functies bepaald zijn. Met Q-parameters
kan ook de uitvoering van bewerkingsstappen van logische
voorwaarden afhankelijk gemaakt worden.
Een Q-parameter wordt door de letter Q en een nummer tussen 0
en 399 aangeduid. De Q-parameters worden onderverdeeld in drie
gedeeltes:
Betekenis
Vrij toe te passen parameters, globaal voor Q0 t/m Q99
voor alle in het TNC-geheugen aanwezige
programma's werkzaam
Parameters voor speciale TNC-functies
Parameters die bij voorkeur voor cycli
worden toegepast, globaal voor alle in het
TNC-geheugen opgeslagen programma's
werkzaam
Programmeeraanwijzing
Het is mogelijk zowel Q-parameters alsook getalswaarden in één
programma in te geven.
Aan Q-parameters kunnen getalswaarden tussen –99 999,9999 en
+99 999,9999 worden toegekend.
De TNC wijst aan enkele Q-parameters automatisch altijd
dezelfde gegevens toe, b.v. aan Q-parameter Q108 de
actuele gereedschapsradius. Zie „10.9 Vooraf bezette
Q-parameters" .
Wanneer de parameters Q1 t/m Q99 in fabrikantencycli
toegepast worden, wordt in machineparameter
MP7251 vastgelegd, of deze parameters alleen lokaal in
de fabrikantencyclus werken of globaal voor alle
programma's.
252
Gedeelte
Q100 t/m Q199
Q200 t/m Q399
(TNC 410: t/m Q299)
Q 6
Q 5
10 Programmeren: Q-parameters