„Snij" -vlak
Oppervlak waar A en B elkaar overlappen, moet bewerkt worden.
(Oppervlakken die elkaar enkel overlappen, mogen niet bewerkt
worden.)
A en B moeten kamers zijn.
A moet binnen B beginnen
Oppervlak A:
510 G98 L1 *
520 G01 G42 X+60 Y+50 *
530 I+35 J+50 *
540 G02 X+60 Y+50 *
550 G98 L0 *
Oppervlak B:
560 G98 L2 *
570 G01 G42 X+90 Y+50 *
580 I+65 J+50 *
590 G02 X+90 Y+50 *
600 G98 L0 *
CONTOURGEGEVENS (cyclus G120)
In cyclus G120 wordt de bewerkingsinformatie voor de
onderprogramma's met de deelcontouren ingegeven.
Let voor het programmeren op het volgende
Cyclus G120 is DEF-actief, dat wil zeggen cyclus G120
roept de laatst gedefinieerde bewerkingscyclus op.
Het voorteken van de parameter diepte legt de
werkrichting vast.
De in cyclus G120 ingegeven bewerkingsinformatie
geldt voor de cycli G121 t/m G124.
Wanneer de SL -cycli in Q-parameterprogramma's
toegepast worden, dan mogen de parameters Q1 t/m
Q19 niet als programmaparameters worden gebruikt.
Freesdiepte Q1 (incrementeel): afstand tussen
werkstukoppervlak en bodem van de kamer.
Factor baanoverlapping Q2: Q2 x gereedschapsradius
levert de zijdelingse verplaatsing k op.
Overmaat voor kantnabewerking Q3 (incrementeel):
overmaat voor nabewerking in het bewerkingsvlak.
Overmaat voor dieptenabewerking Q4 (incrementeel):
overmaat voor nabewerking voor de diepte.
Coördinaat werkstukoppervlak Q5 (absoluut): absolute
coördinaat van het werkstukoppervlak.
HEIDENHAIN TNC 410, TNC 426, TNC 430
A
Z
Q10
Q5
B
Q6
Q7
Q1
X
199