Veiligheidssysteem
Curtain airbags
De curtain airbags bevinden zich langs
de rand van het dak boven de voor- en
achterportieren.
Ze zijn ontworpen om bij bepaalde
aanrijdingen van opzij het hoofd van de
inzittenden op de zitplaatsen voor en
op de buitenste zitplaatsen achter te
beschermen.
De curtain airbags zijn ontworpen om
op te blazen tijdens bepaalde botsingen
van opzij, afhankelijk van de ernst van de
botsing.
3-46
De curtain airbags aan beide zijden van
de auto zijn ontworpen om op te blazen
als de roll-over-sensor detecteert dat de
auto over de kop slaat.
De curtain airbags zijn niet ontworpen
om bij alle aanrijdingen van opzij of
situaties waarbij de auto over de kop kan
slaan opgeblazen te worden.
WAARSCHUWING
Om de kans op ernstig letsel door
een zich opblazende curtain airbag
OOSH039049L
te beperken, moeten de volgende
voorzorgsmaatregelen getroffen
worden:
Alle inzittenden moeten altijd hun
veiligheidsgordel dragen: de gordel
houdt de inzittende zo goed mogelijk
op zijn plaats.
Plaats kinderzitjes op de juiste
manier en zo ver mogelijk van het
portier vandaan.
Plaats geen voorwerpen over de
OOSH039050L
airbag of tussen de airbag en uzelf.
Bevestig ook geen voorwerpen
rond de omgeving waar de airbag
opblaast, zoals de portieren, de
zijruiten, de voor- en achterstijlen en
de dakrand.
Hang uitsluitend kledingstukken
op en geen harde of breekbare
voorwerpen.
Bij een ongeval kan dit schade
aan de auto of lichamelijk letsel
veroorzaken.
Laat passagiers niet met het hoofd
of andere delen van het lichaam
tegen het portier leunen, hun armen
uit het raam steken of voorwerpen
tussen de portieren en de zitplaatsen
steken.
Open of repareer de curtain airbags
niet.