Bestuurdershulp
WAARSCHUWING
Mogelijk werkt het Forward
Collision-Avoidance Assist-systeem
niet goed, zonder dat daardoor het
waarschuwingsmelding verschijnt
of het waarschuwingslampje gaat
branden op het instrumentenpaneel.
Mogelijk werkt Forward Collision-
Avoidance Assist niet goed in
bepaalde gebieden (bv. open
terrein), als er geen objecten worden
gedetecteerd na het starten van de
motor.
Beperkingen van het systeem
Mogelijk werkt het Forward Collision-
Avoidance Assist-systeem niet normaal
of grijpt het systeem onverwacht in
onder de volgende omstandigheden:
De detectiesensor of het gebied
eromheen is vuil of beschadigd
De temperatuur rond de
frontzichtcamera is hoog of laag
De cameralens heeft last van een
getinte voorruit of een film of coating
op de voorruit, beschadigd glas of
vreemde voorwerpen (sticker, insect,
enz.) op het glas.
Er is vocht op de voorruit dat
niet verwijderd is of dat eraan
vastgevroren is
De voorruit wordt constant met
ruitensproeiervloeistof besproeid of
de ruitenwisser is geactiveerd
Rijden bij zware regenval of sneeuw of
dichte mist
Het gezichtsveld van de
frontzichtcamera wordt belemmerd
door schittering van de zon
Straatverlichting of licht van een
tegenligger wordt gereflecteerd op
het natte wegdek, bv. door een plas
op de weg
Er is een voorwerp op het dashboard
geplaatst
7-22
Uw auto wordt gesleept
De omgeving is heel helder
De omgeving is zeer donker, bv. in een
tunnel enz.
De helderheid verandert plots, bv.
wanneer u een tunnel inrijdt of verlaat
Er is niet veel licht buiten en de
koplampen zijn niet aan of geven
weinig licht
Rijden door stoom, rook of schaduw
Slechts een deel van een voertuig,
voetganger of fietser vóór de auto
wordt gedetecteerd
De voorligger is een bus, een grote
vrachtwagen, een vrachtwagen
met een lading of oplegger die een
ongewone vorm heeft enz.
De voorligger heeft geen
achterlichten, zijn achterlichten
bevinden zich op een ongewone
plaats enz.
Er is niet veel licht buiten en de
achterlichten zijn niet aan of geven
weinig licht
De achterzijde van de voorligger
is klein of het voertuig ziet er niet
normaal uit, zoals wanneer het
gekanteld is, op zijn kop ligt of
overdwars staat, enz.
De bodemvrijheid voor de auto is laag
of hoog.
Een voertuig, voetganger of fietser
rijdt of stapt plotseling voor u in
Het deel van de bumper rond de radar
heeft een stoot ondervonden of is
beschadigd of de radar zit niet op zijn
plaats
De temperatuur rond de radar is hoog
of laag