Rijden met uw auto
Rembekrachtiging
Uw auto is voorzien van bekrachtigde
remmen die bij normaal gebruik
automatisch afgesteld worden.
Indien de auto zich niet in de stand-
by (
) modus bevindt of tijdens het
rijden wordt uitgeschakeld, werkt de
rembekrachtiging niet. U kunt uw auto
nog steeds tot stilstand brengen door
meer kracht dan gebruikelijk op het
rempedaal uit te oefenen. De remweg zal
in dat geval echter langer zijn dan met
rembekrachtiging.
Indien de auto zich niet in de stand-
by (
) modus bevindt, zal het
reserve remvermogen elke keer dat
u het rempedaal intrapt gedeeltelijk
opraken. Niet 'pompend' remmen als de
rembekrachtiging is uitgevallen.
WAARSCHUWING
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen:
Laat tijdens het rijden uw voet niet
op het rempedaal rusten. Dit zorgt
voor abnormaal hoge temperaturen
van de remmen, overmatige slijtage
van de remvoeringen en -blokken en
langere remwegen.
Als u bergafwaarts rijdt op een
lange of steile helling, kunt u de
selectiehendel in de handmatige
modus zetten en terugschakelen,
om uw snelheid onder controle
te houden zonder het rempedaal
overmatig te gebruiken. Indien de
remmen continu worden bediend
zullen deze oververhit raken,
waardoor het remvermogen tijdelijk
verloren kan gaan.
6-24
Natte remmen kunnen ervoor zorgen
dat de auto niet meer veilig kan
afremmen; ook is het mogelijk dat
de auto naar één kant trekt als de
remmen worden bediend. U kunt de
werking van de remmen controleren
door het rempedaal lichtjes in te
trappen. Test uw remmen altijd op
deze manier na het rijden door diep
water. Om de remmen te drogen
kunt u het rempedaal lichtjes
aantikken om deze op te warmen,
zodat ze drogen. Houd hierbij een
veilige snelheid aan totdat het
remvermogen weer normaal is.
Vermijd hoge snelheden totdat de
remmen weer correct werken.
AANWIJZING
Houd het rempedaal niet continu
ingedrukt wanneer de indicator
'
' is uitgeschakeld. In dat geval
kan de accu ontladen zijn.
Het optreden van geluiden en
trillingen tijdens het remmen is
normaal.
Tijdens de normale werking kunnen
in de volgende gevallen geluiden
van de elektrische rempomp en
motortrillingen optreden.
- Wanneer het pedaal plotseling
wordt ingetrapt.
- Wanneer het pedaal herhaaldelijk
met korte intervallen wordt
ingetrapt.
- Wanneer de ABS-functie tijdens
het remmen in werking treedt.