De auto starten
WAARSCHUWING
Draag tijdens het rijden altijd
geschikt schoeisel. Ongeschikte
schoenen, zoals hoge hakken,
skischoenen, sandalen, teenslippers,
enz. kunnen het bedienen van
het rempedaal en het gaspedaal
bemoeilijken.
Start de motor niet met het
gaspedaal ingedrukt. Hierdoor kan
de auto in beweging komen en kunt
u een ongeval veroorzaken.
Wacht totdat het motortoerental
de normale waarde heeft bereikt.
De auto kan plotseling in beweging
komen als het rempedaal wordt
losgelaten bij een hoog toerental.
1. Controleer of de parkeerrem is
geactiveerd.
2. Zorg ervoor dat de selectiehendel in
stand P (parkeren) staat.
3. Trap het rempedaal in.
4. Zet het contact in stand START. Houd
de sleutel (maximaal 10 seconden)
vast totdat '
' verschijnt en laat deze
vervolgens los.
Informatie
Breng de motor niet op
bedrijfstemperatuur door hem
stationair te laten draaien. Rijd weg
met een gematigd motortoerental.
(Krachtig accelereren en decelereren
moet worden voorkomen.)
Houd bij het starten van de motor
altijd het rempedaal ingetrapt. Trap
tijdens het starten van de motor het
gaspedaal niet in. Voer het toerental
van de motor niet te hoog op tijdens het
warm rijden.
AANWIJZING
Om schade aan de auto te voorkomen:
Houd de contactsleutel niet langer
dan 10 seconden in stand START vast.
Wacht 5 tot 10 seconden voordat u
het opnieuw probeert.
Zet het contact niet in stand START
terwijl de motor draait. Hierdoor kan
de startmotor worden beschadigd.
Probeer de selectiehendel niet in
stand P (parkeren) te zetten wanneer
de indicator "
" tijdens het rijden
verdwijnt.
Als het veilig is met het oog op
het overige verkeer, kunt u de
selectiehendel tijdens het rijden in
stand N (neutraal) zetten en kunt u
de auto opnieuw proberen te starten
door het contact in stand START te
draaien.
Probeer de motor niet te starten
door de auto aan te duwen of aan te
slepen.
06
6-7