Handige functies
WAARSCHUWING
Wanneer de buitentemperatuur
beneden het vriespunt is, verwarm
de voorruit dan ALTIJD door deze
te ontwasemen om te voorkomen
dat de ruitensproeiervloeistof op de
ruit bevriest en uw zicht belemmert,
waardoor een ongeval met ernstig
letsel tot gevolg kan ontstaan.
OPMERKING
Gebruik de ruitensproeiers niet
wanneer het reservoir leeg
is, om beschadiging van de
ruitensproeierpomp te voorkomen.
Schakel de ruitenwissers niet in als
de ruit droog is om beschadiging
van de wissers en de voorruit te
voorkomen.
Probeer de ruitenwissers nooit
met de hand te bewegen,
om beschadiging van de
ruitenwisserarmen en van andere
onderdelen te voorkomen.
Gebruik om mogelijke schade
aan het ruitenwisser- en
ruitensproeiersysteem te
voorkomen in de winter of bij lage
buitentemperaturen speciale
ruitensproeiervloeistof.
5-58
Achterruitenwisser en -sproeier
De schakelaar voor de achterruitenwisser
en -sproeier bevindt zich aan het uiteinde
van de ruitenwisser- en sproeierschakelaar.
Zet de schakelaar in de gewenste stand
om de achterruitenwisser en -sproeier te
bedienen.
2 (HI) – Hoge wissersnelheid
1 (LO) – Lage wissersnelheid
O (OFF) – Uit
Duw de hendel van u af om
ruitensproeiervloeistof op de achterruit te
sproeien en de achterwisser 1-3 maal te
laten wissen. De ruitensproeiers en -wissers
blijven werken tot u de hendel loslaat.
Automatische ruitenwisser achter
De achterruitenwisser wordt ingeschakeld
als de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld terwijl de voorruitenwissers
zijn ingeschakeld, als de functie
wordt geselecteerd vanuit de modus
Gebruikersinstellingen op het lcd-display.
Automatische ruitenwisser achter' (achteruit).
OOSH059065L
OOSH059066L