Onderhoud
Wielen verwisselen
Om de banden zo gelijkmatig mogelijk
te laten slijten adviseert HYUNDAI de
wielen iedere 12.000 km of eerder, indien
het slijtagepatroon daartoe aanleiding
geeft, te verwisselen.
Controleer bij het verwisselen tevens de
balans.
Controleer de banden bij het verwisselen
van de wielen op ongelijkmatige
slijtage en beschadigingen. Abnormale
slijtage wordt meestal veroorzaakt door
onjuiste bandenspanning, verkeerde
wieluitlijning, onbalans in de wielen,
hard remmen of snel rijden door
bochten. Controleer het loopvlak en
de zijkant van de band op hobbels of
uitstulpingen. Vervang de band als u een
van deze afwijkingen aantreft. Vervang
de band als de koordlagen of het karkas
zichtbaar zijn. Breng de bandenspanning
van de voor- en achterbanden na het
verwisselen op de voorgeschreven
waarden en controleer of de wielmoer
goed vastzit (het juiste aanhaalmoment
is 11 - 13 kgf·m).
Controleer bij het verwisselen van de
wielen tevens de remblokken op slijtage.
9-22
Informatie
De buiten- en binnenkant van een
asymmetrische band is duidelijk
waarneembaar. Wanneer u een
asymmetrische band installeert, moet u
ervoor zorgen dat de kant gemarkeerd
met 'outside' naar buiten is gericht. Als
de kant gemarkeerd met 'inside' aan de
buitenkant is gemonteerd, heeft dit een
negatief effect op de prestaties van de
auto.
WAARSCHUWING
Gebruik het reservewiel niet voor het
roteren van de wielen.
Zorg ervoor dat diagonaal- en
radiaalbanden nooit in combinatie
met elkaar worden gemonteerd. Dit
kan ongewenste rijeigenschappen
veroorzaken, waardoor u de controle
over de auto kunt verliezen en een
ongeval kunt veroorzaken.
OHI078078