Bestuurdershulp
WAARSCHUWING
Het Reverse Parking Distance Warning-
systeem is een hulpmiddel. De
werking van het systeem kan worden
beïnvloed door diverse factoren
(waaronder omgevingsfactoren).
Het is de verantwoordelijkheid van
de bestuurder om altijd het zicht
achteruit te controleren vóór en
tijdens het parkeren.
De garantie van uw nieuwe voertuig
dekt geen ongevallen of schade
aan het voertuig die te wijten is
aan het onjuiste functioneren van
de parkeerafstandswaarschuwing-
achteruit.
Let altijd goed op als u op een
kleine afstand langs voorwerpen
of voetgangers, in het bijzonder
kinderen, rijdt. Sommige voorwerpen
worden mogelijk niet door de
ultrasoonsensoren geregistreerd als
gevolg van de afstand tot het object
of het formaat of materiaal van het
object. Al deze zaken kunnen de
effectiviteit van de sensor beperken.
Beperkingen van het systeem
De afstandswaarschuwing voor
achteruit inparkeren werkt mogelijk
niet normaal in de volgende gevallen:
- Er zit bevroren vocht op de sensor.
- De sensor is bedekt met vreemd
materiaal, zoals sneeuw of water
(het systeem werk normaal als dat
materiaal wordt verwijderd).
- Als de buitentemperatuur extreem
hoog of laag is
- De sensor of de sensorengroep is
uitgeschakeld.
- Het oppervlak van de sensor wordt
hard ingedrukt of door een hard
voorwerp geraakt.
- Het oppervlak van de sensor wordt
bekrast met een scherp voorwerp.
- Richt de straal van de
hogedrukreiniger niet rechtstreeks
op de sensoren of omliggende delen.
7-136
De afstandswaarschuwing voor achteruit
inparkeren werkt mogelijk niet goed als:
- Bij zware regenval of opspattend
water
- Als er water over het oppervlak van
de sensor loopt
- Als de sensor wordt beïnvloed door
de sensoren van een andere auto's
- Als de sensor bedekt is met sneeuw
- Als u op een ongelijkmatig wegdek,
wegen met steenslag of struiken rijdt
- Voorwerpen die ultrasone golven
veroorzaken in de buurt van de sensor
- Als het kenteken niet op de
oorspronkelijke plaats is gemonteerd.
- Als de bumperhoogte van de auto
of de installatie van de sensor
gewijzigd is
- Bevestigingsuitrusting of -accessoires
rond de ultrasoonsensoren
De volgende voorwerpen worden
mogelijk niet gedetecteerd:
- Scherpen of smalle voorwerpen als
touwen, kettingen of paaltjes
- Voorwerpen die de hoogfrequente
signalen van de sensor absorberen,
zoals kleding, sponsachtige
materialen of sneeuw.
- Voorwerpen lager dan 100 m en
smaller dan 14 cm.
- Voetgangers, dieren of voorwerpen
die zich zeer dicht tegen de
ultrasoonsensoren bevinden
De waarschuwingslampjes van de
Parking Distance (parkeerafstand) tonen
mogelijk iets anders dan de feitelijk
gedetecteerde locatie als het obstakel
zich tussen twee sensoren bevindt.
Afhankelijk van de rijsnelheid of
de vorm van het obstakel klinken
parkeerafstandswaarschuwingen
mogelijk niet in de normale volgorde.
Als het waarschuwingslampje
parkeerafsand achteruit gerepareerd
moet worden, raden we u aan het
systeem te laten nakijken door een
officiële HYUNDAI-dealer.