Veiligheidssysteem
De zijairbags en de curtain airbags
zijn ook ontworpen om te worden
opgeblazen als de roll-over sensor
detecteert dat de auto over de kop slaat.
Als de bodem van de auto wordt
geraakt door hobbels of voorwerpen op
onverharde wegen, kunnen de airbags
worden geactiveerd. Rijd voorzichtig op
onverharde wegen of op ondergronden
die niet zijn bedoeld voor autoverkeer,
om onbedoelde activering van airbags te
voorkomen.
Voorwaarden voor niet activeren
van de airbags
Bij bepaalde botsingen met lage
snelheid worden de airbags mogelijk
niet geactiveerd. De airbags zijn
ontworpen om in dergelijke gevallen
niet te activeren omdat ze dan geen
aanvullende bescherming bieden op de
bescherming van de veiligheidsgordels.
3-54
Frontairbags zijn niet ontworpen om
te worden opgeblazen bij een botsing
van achteren, omdat de inzittenden dan
naar achteren worden verplaatst door
de kracht van de botsing. In dit geval
zouden opgeblazen airbags voor geen
extra bescherming bieden.
OOSH039058L
De airbags voor worden bij zijdelingse
aanrijdingen soms niet geactiveerd.
De inzittenden bewegen altijd in de
richting van de aanrijding, waardoor het
activeren van de airbags voor geen extra
bescherming aan de inzittenden biedt.
De zijairbags en de gordijnairbags
kunnen echter wel worden opgeblazen,
afhankelijk van de kracht van de botsing.
OOSH039059L
OOS030051K