Schakel de auto uit en wacht tot de
motor is afgekoeld. Wees uiterst
voorzichtig bij het verwijderen van de
dop van de motorkoelvloeistof en/of
de dop van de omvormerkoelvloeistof.
Wikkel een dikke handdoek om de dop
en draai deze langzaam linksom tot aan
de eerste stop. Doe een stap achteruit
terwijl de druk ontsnapt uit het
koelsysteem. Pas als u zeker weet dat er
geen overdruk meer is, drukt u de dop
met de doek in en draait u hem verder
linksom om hem te verwijderen.
Informatie
Het peil van de motorkoelvloeistof en/
of de omvormerkoelvloeistof wordt
beïnvloed door de temperatuur van het
hybridesysteem. Schakel de hybride auto
uit voordat u de motorkoelvloeistof en/of
de omvormerkoelvloeistof controleert of
bijvult.
WAARSCHUWING
De elektromotor van de
koelventilator kan blijven
draaien of opstarten wanneer
de motor stilstaat en daardoor
ernstig letsel veroorzaken.
Houd handen, kleding en
gereedschap uit de buurt van
de draaiende ventilatorbladen
van de koelventilator.
Schakel de auto altijd uit, tenzij deze
moet worden gecontroleerd met
draaiende motor. Wees voorzichtig,
aangezien de koelventilator kan gaan
draaien.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de koelvloeistofdop
na het bijvullen van koelvloeistof goed
wordt vastgedraaid. Anders kan de
motor tijdens het rijden oververhit
raken.
Vooraanzicht motorruimte
1. Controleer of het label op de
koelvloeistofdop recht naar voren
zit.
Achteraanzicht motorruimte
2. Controleer of de kleine uitsteeksels
aan de binnenzijde van de
koelvloeistofdop goed in elkaar
grijpen.
09
OOSH089010L
OOSH089009L
9-11