Airconditioning
Druk op de toets A/C om het systeem
handmatig in en uit te schakelen (het
controlelampje gaat branden).
Stand OFF (uit)
Druk op de toets OFF om de
airconditioning uit te schakelen. Het is
in dat geval nog steeds mogelijk om de
modi- en luchttoevoertoets te bedienen,
zolang het contract is ingeschakeld.
Werking systeem
Koeling / ventilatie
1. Selecteer de modus gezichtshoogte
2. Stel de luchttoevoertoets in op de
modus verse lucht.
3. Stel de temperatuur in op de
gewenste waarde.
4. Zet de aanjager op de gewenste
snelheid.
Verwarmen
OOSH050241L
1. Selecteer de modus bodemhoogte
2. Stel de luchttoevoertoets in op de
modus verse lucht.
3. Stel de temperatuur in op de
gewenste waarde.
4. Zet de aanjager op de gewenste
snelheid.
5. Zet, indien gewenst, de
airconditioning aan met de
temperatuurregelknop op verwarming
om de lucht te ontvochtigen voordat
deze het interieur binnengaat.
Als de voorruit beslaat, selecteert
u de modus bodem & ontwasemen
(
) of schakelt u de modus voorruit
OOSH050240L
ontwasemen
Tips voor het gebruik
Om te voorkomen dat stof of
onaangename geuren via het
ventilatiesysteem het voertuig
binnenkomen, zet u de luchttoevoer
tijdelijk in de recirculatiemodus.
Schakel terug naar de modus verse
lucht als de onaangename lucht
buiten is afgenomen. Dit helpt de
bestuurder alert en comfortabel te
houden.
Voorkom dat de voorruit beslaat door
de stand verse lucht te selecteren,
de aanjager in de gewenste stand
te zetten, de airconditioning in
te schakelen en de gewenste
temperatuur in te stellen.
.
.
in.
05
5-67