WAARSCHUWING
Sluit de aanhangerverlichting
niet rechtstreeks op de
verlichtingsinstallatie van uw auto aan.
Gebruik een goedgekeurde kabelboom
voor aanhangers. Anders kan dit voor
schade aan de elektrische installatie
van de auto en/of persoonlijk letsel
zorgen. Wij adviseren u contact op te
nemen met een officiële HYUNDAI-
dealer voor hulp.
Rijden op hellingen
Verlaag uw snelheid en schakel terug
naar een lagere versnelling voordat u
een lange of steile helling afrijdt. Als
u niet terugschakelt moet u mogelijk
uw remmen zodanig belasten dat deze
oververhit raken en niet meer correct
werken.
Schakel bij het oprijden van een lange
helling terug en verminder snelheid
tot ongeveer 70 km/uur. Hierdoor
wordt voorkomen dat de motor en de
transmissie oververhit raken.
Rijd in stand D (rijden) wanneer de
auto uitgerust is met een Double
clutch-transmissie en u met een
aanhanger rijdt die meer weegt dan
het maximaal toegestane ongeremde
aanhangergewicht.
Wanneer u in stand D (rijden) rijdt met
een aanhanger wordt de levensduur
van de transmissie door een lagere
bedrijfstemperatuur verlengd.
AANWIJZING
Om oververhitting van de motor en/of
transmissie te voorkomen:
Houd bij het rijden met een
aanhanger op een steile
helling (groter dan 6 %) de
koelvloeistoftemperatuurmeter
goed in de gaten, om ervoor
te zorgen dat de motor niet
oververhit raakt. Als de naald van de
koelvloeistoftemperatuurmeter in de
richting van de 'H' (HOT) gaat, breng
de auto dan zo spoedig mogelijk op
een veilige plaats tot stilstand om de
motor af te laten koelen. Zodra de
motor voldoende is afgekoeld, kunt u
uw weg vervolgen.
Bij het rijden met een aanhanger
met het maximaal toegestane
voertuiggewicht en het maximale
aanhangergewicht kan de motor of
transmissie oververhit raken. Laat
de motor in dat geval stationair
draaien totdat deze is afgekoeld. U
kunt uw weg weer vervolgen als de
motor of transmissie voldoende zijn
afgekoeld.
Tijdens het rijden met een
aanhanger kan uw rijsnelheid
aanzienlijk lager zijn dan die van
het overige verkeer, met name bij
bergopwaarts rijden. Houd tijden
het bergopwaarts rijden met een
aanhanger de rechterrijstrook
aan. Pas uw rijsnelheid aan de
maximaal toegestane snelheid
voor auto's met een aanhanger,
het hellingspercentage en uw
aanhangergewicht aan.
06
6-53