Rijden met uw auto
Aanbrengen van kettingen
Neem bij het monteren van
sneeuwkettingen de voorschriften van
de fabrikant in acht en monteer ze zo
strak mogelijk. Rijd langzaam (minder
dan 30 km/uur) als sneeuwkettingen
zijn gemonteerd. Stop de auto en trek
de sneeuwkettingen strakker aan als
u hoort dat deze de carrosserie of het
chassis raken. Ga langzamer rijden totdat
het geluid niet meer hoorbaar is als ze
nog steeds contact maken. Verwijder de
sneeuwkettingen weer zodra u op een
schoongemaakte weg rijdt.
Parkeer de auto voor het monteren
van de sneeuwkettingen op een
vlakke ondergrond en uit de buurt
van het overige verkeer. Schakel de
alarmknipperlichten in en plaats een
gevarendriehoek achter de auto (indien
van toepassing). Zet de selectiehendel
altijd in stand P (parkeren), bedien de
parkeerrem en zet de motor af voordat u
de sneeuwkettingen monteert.
AANWIJZING
Bij gebruik van sneeuwkettingen:
Kettingen die een verkeerde maat
hebben of niet goed gemonteerd
zijn, kunnen de remleidingen,
wielophanging, carrosserie en
velgen van uw auto beschadigen.
Gebruik SAE 'S'-klasse kettingen of
ladderkettingen.
Trek de kettingen strakker aan om
te voorkomen dat de kettingen in
contact komen met de carrosserie
als u hoort dat dit het geval is.
Trek de kettingen opnieuw strak aan
nadat u 0,5 - 1,0 km gereden heeft
om schade aan de carrosserie te
voorkomen.
6-46
Monteer geen sneeuwkettingen
op auto's met lichtmetalen velgen.
Gebruik als het echt niet anders kan
ladderkettingen.
Gebruik ladderkettingen van minder
dan 12 mm breed, om schade aan de
kettingbevestiging te voorkomen.
Voorzorgsmaatregelen voor
rijden in de winter
Gebruik hoogwaardige ethyleenglycol
koelvloeistof
Het koelsysteem van uw auto is af fabriek
gevuld met een kwalitatief hoogwaardige
ethyleenglycol koelvloeistof. Dit is het
enige type koelvloeistof dat mag worden
gebruikt, omdat het corrosie in het
koelsysteem tegengaat, de waterpomp
smeert en bevriezing voorkomt.
Ververs uw koelvloeistof conform het
onderhoudsschema in hoofdstuk 8. Laat
uw koelvloeistof vóór het intreden van
de winter controleren, om er zeker van te
zijn dat het vriespunt hiervan voldoende
is voor de temperaturen die tijdens de
winter kunnen optreden.
Controleer de accu en de accukabels
Lage temperaturen zijn van invloed op
de prestaties van de accu. Controleer
de accu en de kabels, zoals beschreven
in hoofdstuk 8. We raden u aan het
systeem door een officiële HYUNDAI-
dealer of een garagebedrijf te laten
nakijken om het probleem te laten
vaststellen.
Laat de motor indien nodig vullen met
een speciale 'winterolie'
In sommige landen wordt tijdens de
winter het gebruik van een 'winterolie'
met een lagere viscositeit geadviseerd.
Raadpleeg voor meer informatie
hoofdstuk 2. Als u niet zeker weet welke
winterolie u moet gebruiken, bevelen wij
aan advies in te winnen bij een officiële
HYUNDAI-dealer.